Klas 1 T5, paragraaf 4, het zenuwstelsel

Thema 5
Waarneming en
Gedrag
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Thema 5
Waarneming en
Gedrag

Slide 1 - Diapositive

Paragraaf 4
Het zenuwstelsel

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
  • Terugblik & herhalingsvragen
  • Leerdoelen paragraaf 4
  • Uitleg paragraaf 4

Slide 3 - Diapositive

vorige les?

Slide 4 - Carte mentale

Leerdoelen
  • Je kan in een afbeelding van een oor de onderdelen benoemen.
  • Je kan van de onderdelen van het oor de functie en kenmerken benoemen.
Wat is wat? 

Welke onderdelen van het oor ken je al? Schrijf het nummer op en schrijf erachter de naam van het onderdeel. 
Weet je ook nog wat de functie is van het onderdeel? Schrijf dat er ook achter.

Slide 5 - Diapositive

Leerdoelen
  • 5.4.6 Je kunt de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven.

Slide 6 - Diapositive

Het zenuwstelsel
traanklier 
Centrale zenuwstelsel

Slide 7 - Diapositive

Het ruggenmerg

Slide 8 - Diapositive

De weg van impulsen
zintuigcellen in het hoofd 
zintuigcellen romp en ledematen

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Werking van het zenuwstelsel

Slide 11 - Diapositive

Functies zenuwstelsel
Het zenuwstelsel heeft twee functies:
• verwerken van de impulsen die van de zintuigen afkomen
• regelen van de werking van spieren en klieren

Een klier is een orgaan dat bepaalde stoffen produceert, bijvoorbeeld zweetklieren, talgklieren en speekselklieren.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Lien

Zenuwstelsel en alcohol
Waarom is alcohol niet goed voor jongeren onder de 23?
Wat gebeurt er met de hersenen? 
Wat kan er gebeuren met je hersenen als je in een alcoholcoma terechtkomt? 

Slide 14 - Diapositive

Huiswerk

Lezen paragraaf 3 en 4, bladzijde 51 tot en met 59.
Maken opdrachten 9 tot en met 19.

Je kiest één van de practicum opdrachten 14 of 20 uit om uit te voeren. De andere hoeft niet. Je schrijft wel op wat je hebt gedaan en wat je hebt gevoeld/gezien.

Slide 15 - Diapositive