Ster in Lezen les 5.3

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

zomer

Onderstreep moeilijke woorden.

Welke woorden ken je niet?

Waar hoort het bij?
U brengt post rond in de stad.

1. koerier
2. hulp in de keuken
3. hulp in de kas
4. schoonmaker

Waar hoort het bij?
U werkt vijf dagen per week.

1. koerier
2. hulp in de keuken
3. hulp in de kas
4. schoonmaker

Waar hoort het bij?
Voor een groot kantoor in de stad.

1. koerier
2. hulp in de keuken
3. hulp in de kas
4. schoonmaker

Waar hoort het bij?
Je plukt groente en fruit.

1. koerier
2. hulp in de keuken
3. hulp in de kas
4. schoonmaker

Waar hoort het bij?
U werkt 3 uur per dag.

1. koerier
2. hulp in de keuken
3. hulp in de kas
4. schoonmaker

Waar hoort het bij?
U heeft een rijbewijs en een auto.

1. koerier
2. hulp in de keuken
3. hulp in de kas
4. schoonmaker

Waar hoort het bij?
U helpt de kok.

1. koerier
2. hulp in de keuken
3. hulp in de kas
4. schoonmaker

Waar hoort het bij?
Je begint om 6 uur 's morgens.

1. koerier
2. hulp in de keuken
3. hulp in de kas
4. schoonmaker

Waar hoort het bij?
U bent 18 jaar of ouder.
(laatste)

1. koerier
2. hulp in de keuken
3. hulp in de kas
4. schoonmaker

- Maak opdracht 5 en 6

- We kijken samen na

- Lees 7A hardop. Neem de tijd       op en schrijf die in je boek.

- Lees 7A vijf keer in je hoofd.

- Lees 7A nog een keer hardop       en neem weer de tijd op.               Schrijf in je boek. Ben je                 sneller?

- Maak 7B en 7C.

- We kijken samen na.

- Maak opdracht 8.

- Maak een foto.

- Mail of app die naar je docent.

Klaar?       Maak opdracht 9. Daarna Junior Einstein.

Maak een zin met "de vakantie".

Maak een zin met "past bij".

Waar zie je "werken"?

1. 
2. 
3. 
4. 

Zoek een foto van "de post".

Wat zie je hier?

1. de vakantie
2. het kantoor
3. de stad
4. het dorp

Maak een zin met "de hulp".

Zoek een foto van "de keuken".

Wat zie je hier?

1. de post
2. de groente
3. het fruit
4. de kok

Niet langzaam, maar ...

Maak een zin met "per week".

Wat zie je hier?

1. de groente
2. het fruit
3. de keuken
4. de kok

Welk "fruit" vind jij lekker?

Maak een zin met "je begint".

Zoek een foto van "het kantoor".
(laatste)

- Maak opdracht 10

- Lever in bij mij

Klaar?        Quizlet

(volgende dia: deel scherm)

https: