H2 2.4 Dichtheid K2

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

2.4 Dichtheid

Welkom Kader-2

Maak opdracht 1, 3 en 5 van 2.3 Massa en volume       START IN:

Je hebt straks je laptop nodig                              

Neem plaats en leg je spullen alvast klaar.

 1 Nask

Benodigheden

- laptop

- JDW-map

- (Rekenmachine) 

- Pen

Tassen op de grond

Telefoons in de zakkie

Welkom Kader 2!

Ga zitten en start met:

Maak opdracht 1, 3 en 5 van 2.3 Massa en volume

START IN:

Jas over je stoel

We gaan starten!

                                                                                               Wachttijd:

Lesprogramma

1. Huiswerk controle 
2. Terugblik
3. Leerdoelen
4. Instructie (uitleg)
5. Afsluiting 
6. Huiswerk

Huiswerkcontrole

Maak de opdrachten van paragraaf 2.3 Massa en volume:

2, 4, 6, 8, 10 en 12

Terugblik

1. Je kunt de massa van een hoeveelheid stof bepalen.
   
2. Je kunt het volume van een hoeveelheid vloeistof bepalen.
   
3. Je kunt het volume van een rechthoekig voorwerp berekenen.
   
4.  Je kunt het volume van een voorwerp met een onregelmatige vorm bepalen.

Omrekenen:
1 liter =

1. 1 m³
2. 1 dm³
3. 10 dm³
4. 10 m³

Omrekenen:
40 milliliter =

1. 40 cm3
2. 40 dm3
3. 40000 cm3
4. 4 m3

Hoe bereken je het volume
van een blokje?

1. l x b x h
2. l + b + h
3. l - b - h
4. l : b : h

Wat bepaal je met de onderdompelmethode

1. Welke stof het is
2. Volume
3. Massa
4. Dichtheid

Als je het volume bepaalt volgens de onderdompelmethode, gebruik je als meetinstrument de...

1. weegschaal
2. liniaal
3. maatbeker
4. maatcilinder

Welke formule hoort bij de onderdompelmethode

1. Volume = eindstand -beginstand
2. Volume = beginstand - eindstand
3. Volume = eindstand + beginstand
4. Volume = beginstand / eindstand

Hoofdstuk 2: Stoffen

2.1 Stoffen in huis

2.2 Zuivere stoffen en mengsels

2.3 Massa en volume

2.4 Dichtheid

Leerdoelen H 2.4 Dichtheid

1. Je kunt uitleggen wat de dichtheid van een stof is.
   
2. Je kunt uitleggen dat dichtheid een stofeigenschap is.
   
3. Je kunt de dichtheid van een stof berekenen als de massa en het volume gegeven zijn.
   
4. Je kunt aan de hand van de dichtheid van stoffen uitleggen of een stof zinkt, zweeft of drijft

Dichtheid

Omdat die stofeigenschap belangrijk is heeft het een eigen naam gekregen: de dichtheid.

De dichtheid van een stof is de massa van 1 cm3 stof.

Dichtheid

Hier heb je 8 bolletjes in 1 cm3 dus kleinere dichtheid.

Dichtheid = 8

​cm​3​​​​g​​

Hier heb je 27 bolletjes in 1 cm3 dus grotere dichtheid.

Dichtheid = 27

​cm​3​​​​g​​

Dichtheid is massa in gram van 1 cm3

Grootheid is dichtheid

Eenheid is g/cm3

Dichtheid

Dichtheid:
geeft aan wat de stof per volume weegt. (g/cm³)

                 

Massa = Volume * Dichtheid

Dichtheid = Massa / Volume

Volume = Massa / Dichtheid

Bereken de dichtheid; beginstand is 60 ml en eindstand is 78 ml en de weegschaal geeft 204,3 g aan.

Bereken de dichtheid van het blokje. Welk materiaal kan dit zijn?

    dichtheid = 

 massa/ volume

0

Aan de slag!

Maak de opdrachten van paragraaf 2.4 Dichtheid

1, 3, 5, 7, 9 en 11

Je mag samenwerken!

Aan de slag!

Maak de opdrachten van paragraaf 2.4 Dichtheid

1, 3, 5, 7, 9 en 11

Je mag samenwerken!

rood = Iedereen is stil

oranje = Iedereen is stil, docent beantwoord wel vragen

groen = Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw

Afsluiting: we weten....

1. Je kunt uitleggen wat de dichtheid van een stof is.
   
2. Je kunt uitleggen dat dichtheid een stofeigenschap is.
   
3. Je kunt de dichtheid van een stof berekenen als de massa en het volume gegeven zijn.
   
4. Je kunt aan de hand van de dichtheid van stoffen uitleggen of een stof zinkt, zweeft of drijft.

Welke 3 dingen heb jij deze les geleerd?

Waar wil je nog extra uitleg over?

Ik snap de leerdoelen:
Je kunt uitleggen wat de dichtheid van een stof is.
Je kunt uitleggen dat dichtheid een stofeigenschap is.
Je kunt de dichtheid van een stof berekenen als de massa en het volume gegeven zijn.
Je kunt aan de hand van de dichtheid van stoffen uitleggen of een stof zinkt, zweeft of drijft

1. Ja
2. Nee
3. Een beetje....

Afsluiting

Volgende les:

Huiswerk:

Zet in je Planner!

Maak de opdrachten van paragraaf 2.4 Dichtheid

1, 3, 5, 7, 9 en 11

Dank je wel voor je aandacht!

Welke vraag vond je lastig?
Dan gaan we die nabespreken