6.2 BINAS QUIZ + 6.3 enzymen uitleg

Zet de organen van
het verteringsstelsel
in de juiste volgorde. 
Dunne darm
Slokdarm
Endeldarm
Dikke darm
Twaalfvingerige
darm
Maag
1 / 16
suivant
Slide 1: Question de remorquage
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Zet de organen van
het verteringsstelsel
in de juiste volgorde. 
Dunne darm
Slokdarm
Endeldarm
Dikke darm
Twaalfvingerige
darm
Maag

Slide 1 - Question de remorquage

82C: In welke darm komt gal en alvleessap terecht?
A
Slokdarm
B
Twaalfvingerige darm
C
Dunne darm
D
Dikke darm

Slide 2 - Quiz

82E: Welk van de volgende stoffen is geen afbraakproduct van vetten?
A
monoglyceriden
B
glycerol
C
vetzuren
D
fosfaten

Slide 3 - Quiz

82E: Door welk enzym worden eiwitten in de maag afgebroken?
A
Peptase
B
Tryptase
C
Peptidasen
D
Al deze enzymen breken eiwitten af in de maag

Slide 4 - Quiz

82F: Wat is de pH van gal?
A
1,5 - 3,5
B
6 - 7,5
C
7 - 7,7
D
6,5 - 8,0

Slide 5 - Quiz

82F: Welk van de volgende stoffen vinden we niet in maagsap?
A
pepsinogeen
B
zoutzuur
C
galzuren
D
maaglipase

Slide 6 - Quiz

82G: In welk orgaan start de vertering van koolhydraten?
A
mond
B
dunne darm
C
maag
D
dikke darm

Slide 7 - Quiz

Hoe zie je dat gal geen enzym is?

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Afbraak van voedingsstoffen m.b.v. enzymen is een voorbeeld van ...
A
mechanische vertering
B
chemische afbraak

Slide 10 - Quiz

Verteringssappen
  • Vertering gebeurd met verteringssappen:
  • Deze worden gemaakt bij verteringsklieren
  • Je moet de klieren, de sappen en de functies weten

Slide 11 - Diapositive

Verteringsappen bevatten enzymen

Waar wordt wat verteerd?
  • Speeksel ; vertering zetmeel
  • Maagsap; vertering eiwitten en maagzuur doodt bacteriën
  • Alvleessap; verteert zetmeel, eiwitten, vetten
  • Dunne darmsap;  verteert koolhydraten, eiwitten

Slide 12 - Diapositive

VERTERINGSENZYMEN

Slide 13 - Diapositive

ENZYMEN ....
... zijn specifiek & kunnen maar binden aan één specifiek substraat.
 
... hebben een minimum-, maximum- en optimum temperatuur en pH. Hierdoor werken enzymen beter onder bepaalde omstandigheden. 

Slide 14 - Diapositive

Beantwoord deze vragen in je schrift. 

  1. Welke verteringsklieren heeft de maag?
  2. Welke verteringssappen maken die klieren?
  3. In deze sappen zitten enzymen. Welke voedingsstoffen worden in de maag verteerd?
  4. Welke functie heeft zoutzuur?

Slide 15 - Diapositive

Verteringssappen
  • Vertering gebeurd met verteringssappen:
  • Deze worden gemaakt bij verteringsklieren
  • Je moet de klieren, de sappen en de functies weten

Slide 16 - Diapositive