Paasviering

Wat is Pasen?
Wat Bijbel, Joden, kerk, Germanen, Islam en sterrenkunde en het Amadeus met elkaar te maken hebben
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wat is Pasen?
Wat Bijbel, Joden, kerk, Germanen, Islam en sterrenkunde en het Amadeus met elkaar te maken hebben

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Pasen werd voor het eerst gevierd door
A
Romeinen
B
Grieken
C
Joden
D
Egyptenaren

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De eerste volgelingen van Jezus waren (vooral) Joden in wat nu Israël heet. Later verspreidt de aanhang zich over het Romeinse rijk en worden ze christenen genoemd.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Waar komt die paashaas vandaan?
A
het is de 'gekke maartse haas'
B
uit Duitsland (iemand moest die eieren verstoppen)
C
het was de gedaante van godin Eastra
D
die haas is een symbool voor vruchtbaarheid

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Lang voordat het christendom ontstond, vierden de joden met Pasen hun bevrijding uit de slavernij in Egypte. De joden vieren dat nog steeds – maar hoe noemen ze het feest?
A
Pesach
B
Bar mitswa
C
Chanoeka
D
Sjacharien

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Het woord 'Pasen' komt van:
A
Passio (Latijn voor 'ik lijd')
B
Pesach (Hebreeuws voor 'gaat voorbij')

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Waar komt de palmpasenstok met zijn broodhaantje vandaan?
A
net als paastakken een herinnering aan de meiboom
B
de haan staat voor de terugkeer van de zon (net als het paasvuur)
C
de haan staat voor de terugkeer van de lente
D
de haan staat voor het verraad door Petrus

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat wordt er gevierd op eerste paasdag?
A
Dat Jezus opstaat uit de dood
B
Dat Jezus sterft aan het kruis
C
Dat Jezus wordt geboren
D
Dat Jezus naar de hemel gaat

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Eerste Paasdag valt altijd op
A
Vrijdag
B
Dat is elk jaar verschillend.
C
Zondag
D
Woensdag

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Waarom heet Pasen Easter in het Engels en Ostern In het Duits?
A
Omdat Jezus uit het oosten kwam
B
Omdat zon en maan in het oosten opkomen
C
Het is geen western of heldenverhaal
D
Naar de Germaanse godin Eostre of Ostera

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat vieren we op 2de Paasdag?
A
Dat Jezus zijn moeder Maria weer ziet.
B
Dat we naar de meubelboulevard gaan.
C
Dat de kuikens weer uit het ei komen.
D
Dat we een extra vrije dag hebben.

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat hebben eieren met Pasen te maken?
A
die worden gebracht door de paashaas
B
niks
C
eieren zijn een symbool van nieuw leven / lente
D
we eten ze vaak bij een paasontbijt

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Voor Pasen is de 40-dagen tijd. 
Hoe noem je deze tijd ook wel?
A
Adventstijd
B
Witte broodsweken
C
Vastentijd
D
Sjabbat

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dat is dus tussen 22 maart en 25 april.
Waarom?
Waarom heet het 40-dagen tijd?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


Waarom versieren en verstoppen we paaseieren?
A
ze hadden vroeger eieren teveel
B
als variant op verstoppen van gist bij de joden
C
het is een symbool voor nieuw leven
D
gewoon een leuk spelletje om elkaar iets te geven

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe wordt de week voor Pasen genoemd?
A
drukke week
B
stille week
C
voorbereidingsweek
D
prepasenweek

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat herdenken wij met goede vrijdag?
A
Dat Jezus opstaat uit de dood
B
Dat Jezus sterft aan het kruis
C
Dat Jezus wordt geboren
D
Dat Jezus naar de hemel gaat

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Op welke dag gedenken we het Laatste Avondmaal?
A
Palmzondag
B
Witte Donderdag
C
Eerste Paasdag
D
Goede vrijdag

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Witte donderdag staat voor:
- gezamenlijkheid (laatste avondmaal) 
- vreugde en heiligheid (kleur wit)
- dienstbaarheid (voetwassing) 


Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Waar slaat het paaslam op?
A
lammetjes staan voor de lente
B
het lam is een symbool voor Jezus
C
de Joden slachten een lam met Pesach
D
dat is het boterlam bij het paasontbijt

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is stille zaterdag?
A
De zaterdag voor Palmpasen
B
De zaterdag na Goede vrijdag
C
De zaterdag voor Eerste Paasdag
D
De zaterdag na carnaval

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Waarom heet het stille zaterdag?
A
Iedereen zat toen droevig thuis
B
Op sabbat moet het altijd stil zijn
C
Jezus ligt dan stil in zijn graf
D
Het is de laatste dag van de stille week

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is de juiste volgorde?
A
Kerst – Pasen – Pinksteren – Hemelvaart
B
Kerst – Pasen – Hemelvaart – Pinksteren
C
Pasen – Hemelvaart – Pinksteren – Kerst
D
Pasen - pinksteren - hemelvaart - kerst

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar staat Pasen nu echt voor (net als Pesach en Ramadan)?

  • Omkijken naar elkaar (voor elkaar, mensen, de toekomst, het goede doel ...)
  • gemeenschappelijkheid en trouw (i.p.v. verraad)
  • hoop na teleurstelling, nieuw begin, herstel
  • Stilstaan (bij jezelf, je omgeving, etc)

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Er komt zo een afbeelding met een rebus.

In de dia daarna kan je het antwoord invullen
REBUS

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

4 minuten
De Paashaas heeft Gekleurde Eitjes in een mandje


Snelste krijgt 3 punten
2e krijgt 2 punten
3e krijgt 1 punt 
Fout krijgt geen punten
Wat was het antwoord van de rebus?

Slide 27 - Question ouverte

1 minuut
De Paashaas heeft Gekleurde Eitjes in een mandje


Snelste krijgt 3 punten
2e krijgt 2 punten
3e krijgt 1 punt 
Fout krijgt geen punten
Kun jij het verstopte ei vinden in dit vrolijke bloemenveld:)?

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

EINDE
and the winner is...

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions