Taalverzorging 2.1 Werkwoordspelling: Tegenwoordige tijd

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel


Je spelt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct. 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Ik ..... hier niets wijzer van! (worden)

Slide 7 - Question ouverte

Sinds we in een andere straat wonen, ..... ik niet zo vaak meer bij haar.(komen)

Slide 8 - Question ouverte

Suzan ..... dat onze hond al een paar dagen ziek is. (vermoeden)

Slide 9 - Question ouverte

De boekhouder ..... morgen zijn kantoor. (ontruimen)

Slide 10 - Question ouverte

Die band ...... al jaren niet meer. (bestaan)

Slide 11 - Question ouverte

Waardoor ..... je je vingers toch altijd?(branden)
A
brand
B
brandt

Slide 12 - Quiz

Onze coach ..... , omdat we de wedstrijd hebben gewonnen. (trakteren)
A
trakteerdt
B
trakeerd
C
trakteer
D
trakteert

Slide 13 - Quiz

Natuurlijk ....... hij dat woord met een d. (spellen)
A
speld
B
spelt

Slide 14 - Quiz

....... het nou zelf maar uit! (vinden)
A
Vind
B
Vindt

Slide 15 - Quiz

Frans ...... die voetballer om zijn spelinzicht. (bewonderen)
A
bewonder
B
bewondert

Slide 16 - Quiz

Aan de slag!
Afmaken: CV met profielschets.

AZ.Verschoor@tcrmbo.nl

Slide 17 - Diapositive