4.2 Arbeid les 1

Planning
  • Opfrissen:  Resulterende kracht en grafieken (H 4.1)
  • Nieuw:  Arbeid (H 4.2)
  • Oefenen


1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Planning
  • Opfrissen:  Resulterende kracht en grafieken (H 4.1)
  • Nieuw:  Arbeid (H 4.2)
  • Oefenen


Slide 1 - Diapositive

Deze grafiek hoort bij:
A
Een eenparige versnelling
B
Een constante snelheid
C
Een eenparige vertraging
D
Stilstand

Slide 2 - Quiz

Deze grafiek hoort bij:
A
Een eenparige versnelling
B
Een constante snelheid
C
Een eenparige vertraging
D
Stilstand

Slide 3 - Quiz

Deze grafiek hoort bij:
A
Een eenparige versnelling
B
Een constante snelheid
C
Een eenparige vertraging
D
Stilstand

Slide 4 - Quiz

Deze grafiek hoort bij:
A
Een eenparige versnelling
B
Een constante snelheid
C
Een eenparige vertraging
D
Stilstand

Slide 5 - Quiz

Fres<0
Fres>0
Fres=0

Slide 6 - Question de remorquage

Wat is de afgelegde afstand?

Slide 7 - Question ouverte

Arbeid
  • Als met een kracht een voorwerp wordt verplaatst in de richting van die kracht, werkt er arbeid op dat voorwerp.

  • Geen kracht? Geen arbeid.
  • Geen verplaatsing? Geen arbeid.
  • Kracht loodrecht/haaks op verplaatsing? Geen arbeid.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Arbeid (W)
Arbeid (W) is de overdracht van energie aan een voorwerp door de toepassing van een kracht (F) over een afstand (s).

F is kracht in Newton
s is afstand in meter.
Hier wordt geen arbeid verricht.
F
s
De arbeid kun je berekenen met: W = F  s
.

Slide 10 - Diapositive

In welke van onderstaande situaties wordt wél arbeid verricht?
A
Je wint met armpje drukken van je broertje
B
Je duwt tegen een muur in je huis
C
Met constante snelheid bewegen in een ideale (wrijvingsloze) hyperloop
D
Je houdt een bal stil in je handen

Slide 11 - Quiz

Arbeid berekenen
W = s

W (Work, Engels voor arbeid) [J]
F (Force, Engels voor kracht) [N]
s (spatio, Latijn voor afstand) [m]

Slide 12 - Diapositive

Weerstandskrachten
In de kerstvakantie begint het te vriezen dus Joachim besluit dat hij gaat schaatsen. De weerstandskracht op hem van het ijs is erg klein, slechts 30N. Hij maakt flink snelheid en glijdt verder door zonder kracht te zetten. Pas na 70 meter komt hij tot stilstand. 
Wat is de arbeid die het ijs op hem verricht?

Slide 13 - Diapositive

Wat is de arbeid die het ijs op Joachim verricht?
F=30N; s=70m

Slide 14 - Question ouverte

Arbeid en bewegingsenergie
  • Arbeid zorgt voor een snelheidsverandering

  • Hoe groter de snelheid, hoe groter de bewegingsenergie
  • Een negatieve arbeid (veroorzaakt door bijv. een weerstandskracht) zorgt voor een negatieve snelheidsverandering en dus een afnemende hoeveelheid bewegingsenergie.

Slide 15 - Diapositive

Aan de slag!
Maken opgaven 16, 18, 19 & 21 (par. 4.2)

Klaar? Kijk de opgaven na, de uitwerkingen staan in Teams.

Slide 16 - Diapositive