De Oude Grieken - Quiz


De Oude Grieken
Quiz
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon


De Oude Grieken
Quiz

Slide 1 - Diapositive


Welk bestuur had de stad Athene?
A
Keizer
B
Democratie
C
Adel
D
Koning

Slide 2 - Quiz


Wat betekent democratie? 
A
Een koning regeert
B
Het volk regeert
C
Een tiran regeert
D
Een kleine groep rijken regeert

Slide 3 - Quiz


Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?  Vriend van de wijsheid

Slide 4 - Question ouverte


I. Athene lag in Griekenland, Sparta niet.
II. Athene was een stadstaat, Sparta niet.
A
stelling I is juist, stelling II is onjuist.
B
stelling I is onjuist, stelling II is juist.
C
Stelling I en II zijn allebei juist
D
Stelling I en II zijn allebei onjuist

Slide 5 - Quiz


Wie mochten meebeslissen in de Atheense democratie? 
A
slaven
B
vreemdelingen
C
vrouwen
D
mannen

Slide 6 - Quiz


In Athene kreeg je burgerrecht als...
A
Je in Athene geboren was
B
Je vader in Athene geboren was
C
Je beide ouders in Athene geboren waren
D
Je moeder in Athene geboren was

Slide 7 - Quiz


De naam van de persoon die het meest genoemd werd tijdens het scherven-gericht.....
A
Moest voor tien jaar in de gevangenis
B
Werd meteen vermoord
C
Werd voor tien jaar verbannen uit Athene
D
Mocht nooit meer in Athene komen

Slide 8 - Quiz


Geef twee verschillen tussen de Atheense democratie en de democratie die wij in Nederland kennen.

Slide 9 - Question ouverte


Hoe heten de Grieken die opzoek gingen naar wijsheid?
A
Filosofen
B
Wetenschappers

Slide 10 - Quiz


Hoe lang geleden leefden de 'Oude Grieken'?
A
500
B
2500
C
2000
D
1000

Slide 11 - Quiz


Hoe heet het gebouw waarin de Grieken hun goden vereren?
A
Kerk
B
Tempel
C
Huis van God
D
Moskee

Slide 12 - Quiz


Tempels en beelden waren bij de oude Grieken vaak felgekleurd.
A
Goed
B
Fout

Slide 13 - Quiz


Wetenschappers willen uitspraken doen over wat goed en kwaad is.
A
Goed
B
Fout

Slide 14 - Quiz


Athene en Sparta hadden een andere cultuur.
A
Goed
B
Fout

Slide 15 - Quiz


Welke wetenschap hoort bij de volgende filosoof? Pythagoras
A
Geschiedenis
B
Natuurkunde
C
Wiskunde
D
Politiek

Slide 16 - Quiz


De Griekse god van de zeeën is....
A
Poseidon
B
Neptunus
C
Apollo
D
Athene

Slide 17 - Quiz


Waarom hebben we het over 'de Griekse wereld' en niet over 'Griekenland' als we het over de Griekse oudheid hebben? 
A
Niet iedereen in de Griekse wereld was Grieks
B
De Griekse wereld was in de oudheid niet één land
C
De Griekse wereld toen was groter dan Griekenland nu
D
Niet iedereen in de Griekse wereld sprak toen Grieks

Slide 18 - Quiz


De Grieken bleven alleen in Griekenland
A
Goed
B
Fout

Slide 19 - Quiz


De Grieken geloofden in
A
één god
B
veel goden

Slide 20 - Quiz


Wat is de Griekse naam voor stadstaat?
A
Poliep
B
Polin
C
Polis
D
Poleis

Slide 21 - Quiz


Wat was de reden voor de Grieken om koloniën te stichtten buiten Griekenland?
A
De hoge priester had een visie gekregen van de oppergod Zeus. Ze kregen de opdracht om heel het Middellandse zeegebied te veroveren. Dit deden ze via koloniën.
B
Door het verliezen van een wedstrijd werden sommige mensen verbannen, deze mensen vertrokken op hun beurt naar een ander gebied. Op deze manier ontstonden er koloniën
C
Door het ruwe landschap van Griekenland kon er niet genoeg aan landbouw worden gedaan en ontstond er een voedseltekort. koloniën waren hier de oplossing voor.
D
Door de constante onderlinge oorlogen was het nooit zeker of de stadstaat zou blijven bestaan. Via koloniën hadden ze een plek om naartoe te vluchten.

Slide 22 - Quiz


Wie was de oppergod bij de Grieken?
A
Poseidon
B
Apollo
C
Zeus
D
Aphrodite

Slide 23 - Quiz


Hoe noem je de verhalen over Griekse goden en wezens die de Grieken vertelden?
A
Sprookjes
B
Tragedies
C
Komedies
D
Mythes

Slide 24 - Quiz