Werkwoordspelling pv tt, pv vt, vd en td klas 3

Dinsdag 28 mei

Herhaling werkwoordspelling:

  • persoonsvorm tegenwoordige tijd
  • persoonsvorm verleden tijd
  • voltooid deelwoord
  • tegenwoordig deelwoord
  • bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord en tegenwoordig deelwoord
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Dinsdag 28 mei

Herhaling werkwoordspelling:

  • persoonsvorm tegenwoordige tijd
  • persoonsvorm verleden tijd
  • voltooid deelwoord
  • tegenwoordig deelwoord
  • bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord en tegenwoordig deelwoord

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Ik kan de persoonsvorm tegenwoordige tijd correct spellen.
  • Ik kan de persoonsvorm verleden tijd correct spellen.
  • Ik kan het voltooid deelwoord correct spellen.
  • Ik kan het tegenwoordig deelwoord correct spellen.
  • Ik kan het voltooid deelwoord en tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord correct spellen.

Slide 2 - Diapositive

Wat is géén manier op de persoonsvorm in een zin te vinden?
A
De zin in een andere tijd zetten (tijdproef).
B
Het onderwerp van getal (enkelvoud-meervoud) veranderen.
C
De vraag 'Wie/wat + WG?' stellen.
D
Een ja/nee-vraag van de zin maken.

Slide 3 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?

'Vanavond wordt Mara door Sam opgehaald om naar het schoolfeest te gaan.'
A
wordt
B
Mexx
C
opgehaald
D
gaan

Slide 4 - Quiz

Spelling persoonsvorm tegenwoordige tijd
  • Werken
  • Lopen
  • Antwoorden

Slide 5 - Diapositive

Spelling persoonsvorm verleden tijd
  • Werken
  • Durven
  • Antwoorden
  • Zwemmen
  • Lopen

Slide 6 - Diapositive

Spelling voltooid deelwoord
  • Werken
  • Durven
  • Antwoorden
  • Zwemmen
  • Lopen

Let op werkwoorden die beginnen met be-, ge-, ver-, ont-, er- en her-! Wat gebeurt er dan?

Slide 7 - Diapositive

Spelling tegenwoordig deelwoord
  • Hele werkwoord + d
  • Werkend, lopend, giechelend, lachend

Slide 8 - Diapositive

VD en TD als BN
  • Zo kort mogelijk
  • Eindigt het VD op -en, dan eindigt het BN ook op -en
  • De gezwommen afstand
  • De werkende man
  • Het gepeste meisje

Slide 9 - Diapositive

De veel …… wedstrijd Frankrijk-Ierland is ………………. door Frankrijk.

Wat hoort er op de plek van de puntjes?
A
bekeke - gewind
B
bekeke - gewonnen
C
bekeken - gewind
D
bekeken - gewonnen

Slide 10 - Quiz

Vlak bij het doel van de Ieren ………….. hij ……………… de bal met zijn hand.

Wat hoort er op de plek van de puntjes?
A
controleert - opvallent
B
controleert - opvallend
C
controleerd - opvallend
D
controleerd - opvallent

Slide 11 - Quiz

Hij ……. de mensen met een lach op zijn gezicht.

Wat hoort er op de plek van de puntjes?
A
bedient
B
bediend
C
bediendt

Slide 12 - Quiz

Het ….. meisje wordt door alle mensen ……………. .
A
gepeste - toegejuicht
B
gepestte - toegejuicht
C
gepeste - toegejuichd
D
gepestte - toegejuichd

Slide 13 - Quiz

Er …….. nog steeds te veel …… .
A
word - betaalt
B
wordt - betaalt
C
word - betaald
D
wordt - betaald

Slide 14 - Quiz

Luister naar de zin.
Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Slide 15 - Question ouverte

Wat hoort er op de puntjes?

Ik had hem bijna niet (herkennen) ....... .

Slide 16 - Question ouverte

Kan jij begrijpen waarom hij mij zo ……………………. ?

Wat hoort er op de plek van de puntjes?
A
behandelt
B
behandeld
C
behandeldt

Slide 17 - Quiz

Aan de slag!

Wat?                  Opdracht werkwoordspelling in mapje

Hoe?                  Zelfstandig, zachtjes overleggen mag

Hulp?                 Buurman/buurvrouw, docent

Tijd?                   Tot 13.50 uur

Resultaat?      Antwoorden netjes op stencil. Let op verzorging!

Klaar?                Lezen uit leesboek


Slide 18 - Diapositive

Evaluatie
  • Hoe is de opdracht verlopen?

Slide 19 - Diapositive

Lesdoel behaald?
  • Ik kan het verschil tussen de persoonsvorm en het voltooid deelwoord herkennen en benoemen.


  1. Ik heb het lesdoel van deze les behaald.
  2. Koen versiert het meisje op het halloweenfeest.
  3. De school is mooi versierd vanavond.

Slide 20 - Diapositive

Volgende week
  • Opdracht werkwoordspelling nakijken
  • Start 2.2 Lezen
  • Veel plezier vanavond!

Slide 21 - Diapositive