les 11 en 12 bewijs

1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
RechtenMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vorige hoofdstuk
  • De vorige inhoudelijke les hadden we het over hoofdstuk 9: de spoedprocedure:
  • Wat is het artikel waarin de spoedprocedure wordt geregeld?
  • wat is een andere naam voor een spoedprocedure?
  • Kun je voor een spoedprocedure nu altijd naar de civiele kamer?
  • Hoe zit dat met de sector kanton?
  • Wat is hét verschil in procesverloop ten opzichte van de gewone procedure?
  • Hebben beide partijen bij de civiele kamer in een spoedzaak een advocaat nodig? 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het bewijs
  • We weten nu hoe de verschillende procedures verlopen, maar om uiteindelijk een positief vonnis te krijgen moet er uiteraard bewijs aanwezig zijn. 
  • Hoe is dit nu geregeld?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

feiten algemene bekendheid: kerst viel vorig jaar op...
ervaringsregels: remweg langer bij natte wegen

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Joyce heeft Peter gedagvaard en stelt daarbij dat hij geld te goed heeft op basis van een overeenkomst tussen hen. Wie moet nu het recht op het geld op basis van de ovk bewijzen?
A
Peter
B
Joyce

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

welke feiten hoeven niet te worden bewezen?
A
feiten van algemene bekendheid
B
ervaringsregels
C
onbetwiste feiten

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bewijsmiddelen
Zojuist hadden we het over wat er door wie bewezen moet worden, maar hoe kun je nu bewijs leveren en waar is dit in Rv geregeld?

 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

bewijsmiddelen

Slide 12 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is juist als het gaat tussen het verschil tussen een geschrift en een akte?
A
akten zijn ondertekend door partijen, geschriften niet
B
akten zijn opgemaakt door een ambtenaar, geschriften niet
C
akten zijn niet op schrift gesteld, geschriften wel

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent dwingend bewijs en waar staat dit in Rv?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

wat heeft dwingende bewijskracht?
A
akten
B
geschriften

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen onderhandse akten en authentieke akten en waar kun je dat in Rv vinden?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke soort akte heeft dwingende bewijskracht tegenover iedereen?
A
onderhandse akte
B
authentieke akten
C
geschriften

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

vorige les
Vorige les bewijs:
  • Wat is de hoofdregel bij de vraag wie het bewijs moet leveren?
  • In welk artikel staat dit?
  • Noem een feit dat niet hoeft te worden bewezen
  • in welk artikel kun je dit vinden?
  • Met welke middelen mag je bewijs leveren?
  • in welk artikel staat dit?
  • Wat is de hoofdregel bij het het waarderen van het bewijs?
  • in welk artikel staat dit?
  • Welke 3 soorten schriftelijk bewijs zijn er?
  • welke bewijskracht heeft ieder van dit schriftelijk bewijs en waar staat dit in de wet?

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wat voor een schriftelijk bewijs is een bonnetje van een aankoop?
A
onderhandse akte
B
authentieke akte
C
geschrift

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke bewijskracht heeft dit bonnetje?
A
vrije bewijswaardering
B
dwingende bewijskracht tegen iedereen
C
dwingende bewijskracht tussen partijen

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat voor een schriftelijk bewijs is een akte van levering?
A
onderhandse akte
B
authentieke akte
C
geschrift

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke bewijskracht heeft deze akte van levering?
A
vrije bewijswaardering
B
dwingende bewijskracht tegen iedereen
C
dwingende bewijskracht tussen partijen

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat voor een schriftelijk bewijs is een arbeidsovereenkomst?
A
onderhandse akte
B
authentieke akte
C
geschrift

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke bewijskracht heeft deze overeenkomst?
A
vrije bewijswaardering
B
dwingende bewijskracht tegen iedereen
C
dwingende bewijskracht tussen partijen

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat voor een schriftelijk bewijs is een samenleveingscontract?
A
onderhandse akte
B
authentieke akte
C
geschrift

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke bewijskracht heeft dit samenlevingscontract?
A
vrije bewijswaardering
B
dwingende bewijskracht tegen iedereen
C
dwingende bewijskracht tussen partijen

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat voor een schriftelijk bewijs is een brief?
A
onderhandse akte
B
authentieke akte
C
geschrift

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke bewijskracht heeft deze brief?
A
vrije bewijswaardering
B
dwingende bewijskracht tegen iedereen
C
dwingende bewijskracht tussen partijen

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat voor een schriftelijk bewijs is een testament?
A
onderhandse akte
B
authentieke akte
C
geschrift

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke bewijskracht heeft dit testament?
A
vrije bewijswaardering
B
dwingende bewijskracht tegen iedereen
C
dwingende bewijskracht tussen partijen

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bewijsmiddel: de getuige
  • ook een getuige kan bewijs leveren in een zaak áls deze maar verklaart over eigen waarnemingen, art 163 Rv!
  • als je wordt opgeroepen om als getuige in een zaak te verschijnen, is dit NIET vrijblijvend: je MOET!! art. 171 e.v.
  • Verschijn je niet dan kun je desnoods door de politie worden opgehaald! 

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In welk artikel staat dat de niet verschenen getuige door de politie kan worden opgehaald?

Slide 34 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Getuigplicht
  • Je bent niet alleen verplicht om te verschijnen, je bent óók verplicht om te verklaren als getuige!!
  • weiger je te verklaren, dan kun je worden gegijzeld
  • de verplichting om te verklaren als getuige geldt echter niet voor iedereen...

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar staat in Rv dat een weigerachtige getuige kan worden gegijzeld?

Slide 36 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

In welk artikel staat wanneer je als getuige geen verklaring hoeft af te leggen?
Geef een voorbeeld van een persoon die geen verklaring hoeft af te leggen

Slide 37 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nog 2 bewijsmiddelen
  • naast schriftelijk bewijs en getuigenbewijs bespreken we nog 2 bewijsmiddelen:
  1.  deskundigenbewijs
  2.  plaatsopneming door de rechter

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoek uit wat een bloedverwant in de 2e graad inhoudt

Slide 42 - Question ouverte

tm opa en oma, kleinkinderen en broers en zussen
Peter heeft een zaak lopen tegen Marja. Zij wil de vriendin van Peter als getuige oproepen. Kan zij een beroep doen op het verschoningsrecht?
A
ja
B
nee

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Peter heeft een zaak lopen tegen Marja. Zij wil zijn huisarts als getuige oproepen. Kan deze een beroep doen op het verschoningsrecht?
A
ja
B
nee

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Peter heeft een zaak lopen tegen Marja. Zij wil zijn broer als getuige oproepen. Kan deze een beroep doen op het verschoningsrecht?
A
ja
B
nee

Slide 45 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Peter heeft een zaak lopen tegen Marja. Zij wil zijn tante als getuige oproepen. Kan deze een beroep doen op het verschoningsrecht?
A
ja
B
nee

Slide 46 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Peter heeft een zaak lopen tegen Marja. Zij wil zijn ex-vrouw als getuige oproepen. Kan deze een beroep doen op het verschoningsrecht?
A
ja
B
nee

Slide 47 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions