signaalwoorden

TEKSTVERBANDEN

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

TEKSTVERBANDEN

Slide 1 - Diapositive

Welke onderdelen van leesvaardigheid hebben we tot nu toe besproken?

Slide 2 - Question ouverte

Tekstverbanden en signaalwoorden
Jan gaat binnenkort werken. Hij is klaar met zijn studie. Hij vond het studentenleven mooi. Er breekt een tijd aan van minder lol en meer structuur. De ex-student zal zijn studievrienden minder zien. We zullen hem niet zo vaak in de kroeg aantreffen. Er gaat veel veranderen in zijn leven.

Jan gaat binnenkort werken want hij is klaar met zijn studie. Hij vond het studentenleven mooi, maar nu breekt een tijd aan van minder lol en meer structuur. Ook zal de ex-student zijn studievrienden minder zien. We zullen hem vast niet meer zo vaak in de kroeg aantreffen. Kortom, er gaat veel veranderen in zijn leven.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Tekstverbanden

Slide 5 - Diapositive

Het is warm buiten, toch heb ik het koud.
Wat is het signaalwoord?
A
is
B
ik
C
heb
D
toch

Slide 6 - Quiz

Het regent hard, toch word ik niet nat. Toch is een signaalwoord voor het tekstverband
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 7 - Quiz

Maak een zin met 'daarom' .

Slide 8 - Question ouverte

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor reden?
A
ten eerste
B
daarom
C
bijvoorbeeld
D
maar

Slide 9 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor reden?
A
omdat
B
zoals
C
en
D
maar

Slide 10 - Quiz

Welk signaalwoord hoort bij een opsomming?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 11 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor voorbeeld?
A
toch
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 12 - Quiz

Bedenk een zin met : zoals

Slide 13 - Question ouverte

Bedenk een zin met het woord: omdat

Slide 14 - Question ouverte

Tekstverband: SAMENVATTING
A
hierdoor
B
concluderend
C
om
D
kortom

Slide 15 - Quiz

Ik houd van katten en honden, ook slangen vind ik leuke dieren.
Ook is een signaalwoord voor het tekstverband
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 16 - Quiz

Ik wilde uitslapen, maar mijn moeder maakte mij om 7 uur wakker.
Maar is een signaalwoord voor het tekstverband
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 17 - Quiz

Hij heeft het koud, omdat hij nat geregend is
Wat is het signaalwoord?
A
Hij
B
omdat
C
nat
D
geregend

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Lien

Drogredenen
Mening/standpunt --> kloppend en sterk argument --> ander overtuigen

Drogreden = geen sterk argument: er klopt iets niet in de argumentatie. In eerste instantie lijkt dat misschien wel zo!

Kun je drogredenen herkennen? Je wordt kritischer als het gaat om uitspraken van een ander. Denk aan: politieke debatten.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive