Lesson 2: passive

Welcome!
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welcome!

Slide 1 - Diapositive

Aim:
At the end of this lesson:

You know how to make a passive sentence.

Slide 2 - Diapositive

What does it mean
"passive"?

Slide 3 - Carte mentale

Het onderwerp 'doet' iets
--> actief
Het onderwerp 'doet' niet zelf iets --> passief

Slide 4 - Diapositive

In het Nederlands:
       Active sentence         -->         actieve/bedrijvende zin
Passive sentence        -->         passieve/lijdende zin
 
De leerlingen plagen de docent.
De docent wordt geplaagd (door de leerlingen).

Slide 5 - Diapositive

Wanneer gebruik je de passive?
De passive wordt gebruikt als de nadruk niet ligt op wie iets doet, maar wel op wat er wordt gedaan. De handeling is belangrijker dan degene die het doet. Of: je weet helemaal niet wie het doet. 
Bijvoorbeeld:

The package was delivered yesterday. (het doet er niet toe door wie).
My bike has been stolen. (je weet niet door wie)


Slide 6 - Diapositive

Hoe maak je de passive?
De passive bestaat uit:
vorm van 'to be' + voltooid deelwoord

The rules are written on the board (by the teacher).
The song was played three times (by the dj).
The wall has been painted green (by my dad).

Slide 7 - Diapositive

Hoe maak je het
voltooid deelwoord
in het Engels?

Slide 8 - Carte mentale

Voltooid deelwoord:
  • regelmatige ww:  hele ww + ed   (play  -->  played --> played)
  • onregelmatige ww: 3e vorm   (fly  --> flew  --> flown)

Slide 9 - Diapositive

Hoe herken je een passive?
  1. Staat er een vorm van 'to be'?                                   (am/are/is/was/were)
  2. Staat daarna een voltooid deelwoord?                  (played, broken, etc.)
  3. Staat daarna 'by ....'? Zo niet, kun je er 'by zombies' erachter zetten?

Als aan deze 3 voldaan is  -->  het is een passive!
The poor girl was killed (by zombies).

Slide 10 - Diapositive

Eurocamp is planning a new campsite by the beach.
A
passive
B
active

Slide 11 - Quiz

Boys like to play soccer.
A
passive
B
active

Slide 12 - Quiz

This room has been painted blue.
A
passive
B
active

Slide 13 - Quiz

Cricket is mostly played in Australia.
A
passive
B
active

Slide 14 - Quiz

The school had bought new laptops for the new pupils.
A
passive
B
active

Slide 15 - Quiz

The friends have been looking forward to meeting her.
A
passive
B
active

Slide 16 - Quiz

The search will be stopped because of the storm.
A
passive
B
active

Slide 17 - Quiz

From active to passive...
Om een actieve zin passief te maken, moet het lijdend voorwerp vooraan in de zin komen te staan, als onderwerp van de passieve zin.
The cat chases the mouse.

'The mouse' wordt onderwerp van de passieve zin --> komt vooraan te staan
'chases' is een present simple --> present simple van "to be" --> is
gevolgd door het voltooid deelwoord van 'chase' --> chased
The mouse is chased by the cat.

onderwerp
lijdend voorwerp
onderwerp

Slide 18 - Diapositive

Van active naar passive: 4 stappen
  1. Zet het nieuwe onderwerp van de zin voorop: dit was het lijdend- of meewerkend voorwerp van de actieve zin.
  2.  Kijk in welke tense (tijd) de actieve zin staat.
  3.  Gebruik deze tense (tijd)  voor het werkwoord 'to be' in de nieuwe zin.
  4.  Zet het voltooid deelwoord erachter van het werkwoord waar het om gaat.
  5.  Alleen indien nodig: zet 'by...' erachter 

Slide 19 - Diapositive

Change into the passive:
We feed the animals every day.

Slide 20 - Question ouverte

Change into the passive:
The RSPCA rescued three cats.

Slide 21 - Question ouverte

Change into the passive:
The storm has destroyed the village.

Slide 22 - Question ouverte

Any questions?

Slide 23 - Carte mentale