Di 19-10-2021 Lektion 4

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

T33

Dienstag, 19 Oktober 2021

Was werden wir heute machen?

Wat gaan we vandaag doen?

• Spreken inhalen
• Proefwerkweek
• Grammatik

• Aufgaben (opdrachten)

Spreken inhalen

Jamie

Fay

Elvie

Joshua

Guus

PW week

• Seite 11 Grammatik A De werkwoorden haben en sein
  
• Seite 12 Grammatik B Zwakke werkwoorden: wohnen, reden, reisen
  
• Seite 18 Grammatik C Getallen tot 10 000
  
• Seite 31 Grammatik D Persoonlijk voornaamwoord (1e naamval)
  
• Seite 31 Grammatik E Bezittelijk voornaamwoord (1e naamval)
  
• Seite 36 Grammatik F Rangtelwoorden en datum

telt 4x mee

Lernziele

Am Ende der Stunde kann ich:

• het persoonlijk voornaamwoord toepassen in een oefening.

• het bezittelijk voornaamwoord toepassen in een oefening.

Neu

Persoonlijk voornaamwoord

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

ik

jij

hij/zij/het

wij

jullie

zij/u

Bezittelijk voornaamwoord

mijn

jouw

zijn/haar/zijn

ons/onze

jullie

hun/uw

mein(e)

dein(e)

sein(e)/ihr(e)/sein(e)

unser(e)

euer(m), eure (v)

ihr(e)/Ihr(e)

De uitgang wel of geen -e hangt af van het geslacht van het zelfstandig naamwoord.

die-woorden (vrouwelijk en meervoud) krijgt het bez. vnw. een -e

Bv. der Mann --> Mein Mann

       die Frau    --> Meine Frau

 Aufgaben machen

opdrachten maken

• Was (wat)? 

Les 1: maken Kapitel 1, Lektion 4 --> Aufgabe 5, 8, 9

            maken Kapitel 1, Lektion 5 --> Aufgabe 1

Weektaak: maken Les 1 en 2

leren: Seite 47/48 Lernbox Lektion 5 en 6 + Redemittel, Seite 36 Grammatik F

• Wie (hoe)? Boek of Online
• Hilfe (hulp)? Buren, boek, docent

• Zeit (tijd)? tot 11:50
• Fertig (klaar)? verder met de weektaak

An die Arbeit!