Debatteren

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Debatteren

Wat gaan we doen? 

- basisregels debatteren

- oefenen met opdrachten

- het debat zelf

Wat kan je na deze les(sen)?

Je kunt je houden aan debatregels

en

actief meedoen aan een debat.

Debatteren is . . .  

- een debat voeren waarbij je argumenten uitwisselt over een onderwerp

- een formelere manier om meningen uit te wisselen dan discussiëren (discussiëren doe je zonder regels; debatteren doe je volgens vaste regels)

- anderen overtuigen van jouw mening (standpunt)

DOEL van een debat is de jury (en het publiek) te overtuigen van jouw gelijk.

 1e Warming up! SALESMAN

Probeer een simpel voorwerp zo overtuigend mogelijk te verkopen in 1 minuut

(denk aan een paperclip, marker, mobieltje, post-it briefje etc.)

• 1 minuut voorbereiding 
  
• 2 x 1 minuut presenteren (door 2 verschillende leerlingen)
  

Publiek / jury: Wie van de twee was het meest overtuigend en waarom?

 2e Warming up! Klassikaal

1. Bedenk een standpunt (stelling). Bv. Leerlingen mogen alleen eten in de kantine. OF: Jassen moeten op de kapstok en mogen niet de klas in.

2. Bedenk twee argumenten tegen deze stelling.

3. Bedenk bij elk tegenargument een ondersteunend argument.

4. Probeer één van de tegenargumenten te weerleggen (dan ben je het dus eens met de stelling/het standpunt).

3e Warming up! Verdedig het onverdedigbare 

Geef een korte speech met argumenten over een ‘onverdedigbare stelling’. Probeer zoveel mogelijk orginele en creatieve argumenten te geven om toch de stelling te verdedigen.

• Groepjes van 3 personen 
• 2 minuten voorbereiding + 3 minuten om de drie argumenten te geven (ieder 1 argument) --> totaal dus 5 min.

Alle publieke toiletten moeten doorzichtige muren hebben

Alle publieke toiletten moeten doorzichtige muren hebben

Roken moet verplicht worden voor iedereen

Alle huwelijken zouden na 10 jaar moeten eindigen in een scheiding.

Basisregels voor een goed debat

• Het debat gaat over een duidelijk standpunt (een stelling)
  
• Het debat kent twee teams: de voor- en de tegenstanders plus publiek.
  
• Debaters verdedigen niet hun eigen mening, maar de stelling 
  
• Debaters richten zich tot de jury: docent en tijdbewaker(s) én het publiek.
• Iedereen doet mee: debaters houden zich aan de afgesproken tijd, praten duidelijk en netjes en alleen als ze aan de beurt zijn. Het publiek luistert goed en is rustig. De debatleider (docent) bepaalt wie er aan het woord is. 
  
• Als je aan het woord bent, ga je staan.
• Je accepteert de uitkomst en respecteert het oordeel van de jury.

Slecht voorbeeld !!! 

Hoe gaan wij debatteren 

in de klas?

Hoe gaan wij debatteren in de klas?

Planning

• Voor de meivakantie oefenen we met argumenteren en debatteren.
• We bespreken het A4-tje 'Debatopdracht' (dit kun je vinden in de klassenmap). Hierin staan alle details voor het voeren van een debat.
• Na de meivakantie oefenen we nóg een keer en debatteren we voor het cijfer spreekvaardigheid. Weging: 3.