H2e -Un 4, Les 8 - KOL (12-1-2021)

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Bienvenidos

Leerdoelen van dit hoofdstuk :

- je herhaalt de regelmatige ww

- je herhaalt gustar

- je leert de onregelmatige ww: hacer, jugar, salir, ir

- je leert de wederkerende ww : levantarse en acostarse

- je leert praten over activiteiten en hobby's, kloktijden en dagen van de week

- je leert zeggen hoe vaak je iets doet

- je leert de uitspraak en spelling van de z,s,c

El programa 

• 5 min    - ¿Qué tal?
• 20 min   - Corregir los deberes
• 15 min   - Leer y escuchar (TB p. 65)



• 5 min    - ¿Preguntas sobre el test?





• Los deberes/ evaluación

15 min - Corregir los deberes

Klassikaal bespreken: 

VOC p. 27,28

TB p. 58 oef 3c (voorbeelduitwerking op volgende dia)

Antwoorden op volgende dia's: 

WB p. 46 oef 11, 12 (nieuwe w.w.)

Donderdag  nakijken: 

Voc. p.31 Messi afmaken 

+ TB p. 59 oef 4c (schrijf in hele zinnen)

TB p.60 oef 2,3,4

TB p. 58 ej 3c - voorbeelduitwerking

A las siete me levanto

A las siete y media desayuno

A las ocho voy al colegio

A la una como 

A las tres salgo del colegio 

A las diez me acuesto

WB p. 46 ej 11

zie de vervoegingen op de volgende slides

WB p. 46 ej. 12a

Vul je antwoorden in op de volgende dia's

Typ hier de vervoeging van het werkwoord 'IR'

Typ hier de vervoeging van het werkwoord 'hacer'

Typ hier de vervoeging van het werkwoord 'SALIR'

Typ hier de vervoeging van het werkwoord 'TENER'

WB p. 46 ej 12b - voorbeelduitwerking

Voy al colegio 'Farel' 

Hago mis deberes por la tarde 

Salgo del colegio a las tres

Tengo una hermana

--> Welke zinnen hadden jullie?

15 min - Leer + Escuchar

TB. P. 65

• Stap 1. Lees de instructie en de opgaven (opdr. 1 + 5). 

- Begrijp je alles?

- Welke woorden zouden belangrijk kunnen zijn?

• Stap 2: maak opdr. 1 (a-g).
• Stap 3: lees de vragen van opdr 5, luister 2x fragment 44, maak opdr. 5.

pista 44

¿Preguntas? 21 januari T.T.

Vocab 4.1 t/m 4.4

Frases clave p.6-7

Grammatica: 

-negación

- hoe vaak; 

- kloktijden; 

- getallen 0-100

- gustar

- presente

-onregelmatige ik-vorm 

-hacer, salir, ir dar, jugar, dormir, acostarse, levantarse

¿Qué has aprendido? (Wat heb je geleerd?)
¿Cómo has trabajado? (Hoe heb je gewerkt?)

Los deberes

Alvast leren voor de toets!

evt. nog afmaken: 

Voc. p.31 Messi afmaken 

+ TB p. 59 oef 4c (schrijf in hele zinnen)

TB p.60 oef 2,3,4