Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Doelen van deze les:
Ik weet hoe ik een past continuous moet maken.
Ik weet wanneer ik een past continuous moet gebruiken.
Als ik in één zin een past continuous en een past simple moet gebruiken, dan weet ik wanneer ik welke moet gebruiken.
Slide 2 - Diapositive
Hoe maak je een past simple?
Slide 3 - Question ouverte
Wanneer gebruik je een past simple?
Slide 4 - Question ouverte
Slide 5 - Vidéo
Past continuous maken
was
of + ww + ing
were
He was reading a newspaper when the accident happened.
Slide 6 - Diapositive
static.digischool.nl
Slide 7 - Lien
Je gebruikt de past continuous
- Als je wilt aangeven dat een handeling in het verleden een tijdje aan de gang is. Voorbeeld: Yesterday afternoon I was taking a nap.
Slide 8 - Diapositive
Je gebruikt de past continuous
- Als je wilt aangeven dat een handeling in het verleden een tijdje aan de gang is. Voorbeeld: Yesterday afternoon I was taking a nap.
- Als je wilt aangeven dat een handeling in het verleden een tijdje aan de gang is (past continuous -> lange handeling) en op een bepaald moment door een andere handeling wordt onderbroken (past simple -> korte handeling). Voorbeeld: I was painting the ceiling when you called me.
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Je gebruikt de past continuous
- Als je wilt aangeven dat een handeling in het verleden een tijdje aan de gang is. Voorbeeld: Yesterday afternoon I was taking a nap.
- Als je wilt aangeven dat een handeling in het verleden een tijdje aan de gang is (past continuous -> lange handeling) en op een bepaald moment door een andere handeling wordt onderbroken (past simple -> korte handeling). Voorbeeld: I was painting the ceiling when you called me.
- Als twee handelingen tegelijk aan de gang zijn.
Voorbeeld: While I was cooking, I waslistening to the radio.
Slide 11 - Diapositive
Past continuous en past simple
Past continuous = tijdje aan de gang (lang)
Past simple = iets gebeurde (kort)
Slide 12 - Diapositive
Past continuous vs Past simple
Dezelfde zin op twee manieren geformuleerd:
We were baking a pie, when Jim arrived.
While we werebaking a pie, Jim arrived.
Onthoud: when + past simple,
while + past continuous
Als je in deze zin 2x een past simple zou gebruiken, dan geef je aan dat de handelingen na elkaar gebeuren: We baked a pie and (then) Jim arrived.
Slide 13 - Diapositive
We _____ (watch) TV when we _____ (hear) a loud noise.
A
were watching - heared
B
was watching - heared
C
were watching - heard
D
was watching - heard
Slide 14 - Quiz
Last year I _____ (visit) Paris and Rome.
A
was visiting
B
visited
C
were visiting
D
visitted
Slide 15 - Quiz
He ____ (work) in the garden when he _____ (find) the money.
A
were working - finded
B
worked - was finding
C
was finding - works
D
was working - found
Slide 16 - Quiz
Dus..., hoe maak je de past continuous?
Slide 17 - Question ouverte
Wanneer gebruik je de past continuous?
Slide 18 - Question ouverte
Ik weet het verschil tussen de past simple en past continuous en kan deze vorm maken en toepassen.