Woordenschat: Synoniemen en tegenstellingen

Vak: Nederlands
Woordenschat
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Terugblik
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Vak: Nederlands
Woordenschat
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Terugblik
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welkom!
Telefoon in de bak.
Neem plaats.
Jas uit.
Op tafel: Werkboek Nederlands of laptop en schrift dicht 
Tas op de grond.
Geen eten of drinken
Presentie!
timer
2:00

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

We gaan zo aan de slag met woordenschat.
Welk lesdoel hebben we voor vandaag, denk jij?

Je leert...
A
...het onderwerp van een tekst vinden.
B
...wat een werkwoord is.
C
...betekenissen van nieuwe woorden.
D
...hoe je een alinea kunt herkennen.

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel:
Aan het einde van deze les kun je: 
 - uitleggen wat het verschil is tussen synoniemen en tegenstellingen
-  zinnen maken met nieuwe woorden (woordenschat vergroten)

Slide 4 - Diapositive

Introduceer de leerdoelen van de les en leg uit waarom het belangrijk is om schooltaalwoorden te kennen.
31 januari 2025
Wat: Par. 3.5 Woordenschat
Wanneer: 10:30-11:20
Hoe: Gezamelijk/Zelfstandig werken
Klaar: Par. 3. 5 opdrachten Magister
HW: Par. 3.5 opdrachten Magister
Lesdoel: Zie vorige slide!
Taaldoel: Synoniem en tegenstelling

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kijk naar de woorden. Bepaal welke woorden bij elk horen door 2 rijen te maken. 
  1. Heet – Koud
  2. Blij – Gelukkig
  3. Snel – Traag
  4. Groot – Gigantisch
  5. Moe – Vermoeid
  6. Slim – Intelligent
  7. Blij – Verdrietig
  8. Rijk – Arm
  9. Snel – Vlug
  10. Hard – Zacht
timer
3:00

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bespreek de 2 gemaakte rijen met je klasgenoot. 
Hebben jullie hetzelfde of zijn er verschillen?
timer
2:00

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedenk een naam voor elk rijtje met je klasgenoot

Blij – Gelukkig
Groot – Gigantisch
Moe – Vermoeid
Slim – Intelligent
Snel – Vlug
Bedenk een naam voor elk rijtje met je klasgenoot

Heet – Koud
Snel – Traag
Blij – Verdrietig
Rijk – Arm
Hard – Zacht
timer
1:00

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Synoniemen
Blij – Gelukkig
Groot – Gigantisch
Moe – Vermoeid
Slim – Intelligent
Snel – Vlug
Tegenstellingen
Heet – Koud
Snel – Traag
Blij – Verdrietig
Rijk – Arm
Hard – Zacht

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg in eigen woorden uit wat het verschil is tussen een synoniem en een tegenstelling?

Slide 10 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Synoniemen
Synoniemen zijn woorden met (ongeveer) dezelfde betekenis. 
Bijvoorbeeld:
bladzijde - pagina
volmaakt - perfect
huilen - snikken
Sommige woorden hebben meer dan één synoniem. 
Voorbeeld: goed, juist, correct

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tegenstelling
Woorden die het tegenovergestelde betekenen van elkaar.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Groot
Klein

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dik
Dun

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Par. 3.5 Woordenschat
Waarom is het belangrijk dat je woordenschat groot is?

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Koppel dit woord aan de betekenis hiernaast.

  • Extreem
  • Moedig
  • Gespannen
  • Uitdaging
  • Opvallend
Betekenis

  1. Nerveus, onrustig
  2. Een moeilijke taak
  3. Heel erg, uitzonderlijk, buitengewoon
  4. Wat de aandacht trekt
  5. Dapper ( iets durven doen wat je eng vindt)
timer
3:00

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoord:
Extreem: Heel erg, uitzonderlijk, buitengewoon
Moedig: Dapper ( iets durven doen wat je eng vindt)
Gespannen: Nerveus, onrustig
Uitdaging: Een moeilijke taak
Opvallend: Wat de aandacht trekt
timer
1:00

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Koppel het woord aan de tegenstelling hiernaast:

Extreem
Moedig
Gespannen
Uitdaging
Opvallend
Tegenstelling


Laf 
Normaal
Voorzichtig
Makkelijke taak
Ontspannen
timer
3:00

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lestaak

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een zin met deze nieuwe woorden.
Extreem: Heel erg, uitzonderlijk, buitengewoon
Moedig: Dapper ( iets durven doen wat je eng vindt)
Gespannen: Nerveus, onrustig
Uitdaging: Een moeilijke taak
Opvallend: Wat de aandacht trekt
timer
10:00

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn tegenstellingen?
A
Woorden die het tegenovergestelde betekenen
B
Woorden die hetzelfde betekenen

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een tegenstelling?
A
traag en snel
B
Lief en schattig
C
Mooi en meisje

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Past 'tegenstelling' in deze zin?


De tegenstelling van opvallend is voorzichtig.
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een tegenstelling van dapper?
A
Niet durven
B
Vrolijk
C
Laf
D
Bijzonder

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een synoniem is...
A
meerdere woorden die ongeveer hetzelfde betekenen
B
een woord met meerdere betekenissen

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een synoniem?
A
televisie-media
B
lamp-licht
C
straat-weg
D
kerk-moskee

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn GEEN synoniemen?
A
blij - teleurgesteld
B
beginnen - starten
C
dapper - moedig
D
zeggen - vertellen

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom zijn synoniemen belangrijk?
A
Afwisseling van woorden in de tekst
B
De tekst aantrekkelijk maken voor de lezer
C
De tekst moeilijk maken
D
De tekst korter maken

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de betekenis van uitdaging?
A
Makkelijke taak
B
Eng
C
Normaal
D
Moeilijke taak

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de betekenis van extreem?
A
Uitzonderlijk
B
Normaal
C
Verkeerd
D
Buitengewoon

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nieuwe woorden vergroten mijn woordenschat.......
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een tegenstelling is hond en kat
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vooruitblik
Par. 3.5 opdrachten zie Magister!

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord is geen synoniem van

CIRCULEREN
A
rondgaan
B
in omloop zijn
C
rondschrijven
D
in een kring bewegen

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord is geen synoniem van

KLETSEN
A
praten
B
botsen
C
babbelen
D
zwammen

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord is geen synoniem van

CHECKEN
A
opzoeken
B
natrekken
C
verifiëren
D
betalen

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord is geen synoniem van

PLAGEN
A
jennen
B
vleien
C
pesten
D
treiteren

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord is geen synoniem van

VERSTANDIG
A
moeilijk
B
aan te raden
C
raadzaam
D
wenselijk

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord is geen synoniem van

VOORTDUREND
A
constant
B
abrupt
C
aanhoudend
D
steeds

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord is geen synoniem van

AANDACHTIG
A
ernstig
B
zorgvuldig
C
nonchalant
D
opmerkzaam

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord is geen synoniem van

IMITEREN
A
tekenen
B
navolgen
C
nabootsen
D
nadoen

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord is geen synoniem van

KALM
A
bedaard
B
rustig
C
vochtig
D
beheerst

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord is geen synoniem van

ZELDEN
A
soms
B
somtijds
C
nu en dan
D
dikwijls

Slide 45 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord is geen synoniem van

KREET
A
gil
B
schreeuw
C
roep
D
garnaal

Slide 46 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord is geen synoniem van

SLOPEN
A
afvallen
B
afbreken
C
mollen
D
verwoesten

Slide 47 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord is geen synoniem van

ONTVREEMDEN
A
stelen
B
verduidelijken
C
pikken
D
wegnemen

Slide 48 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions