week 3 - 45 min theorie - schrijfdoelen/ tekstsoorten/ feit mening/ verbale en non verbale communicatie

Leesvaardigheid
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Leesvaardigheid

Slide 1 - Diapositive

In deze les:                                      45 min
  • Inloop
  • Lesopening

Klassikaal aan het werk: 
- Opdracht reclame

Individueel aan het werk:
- hfdst. 8, opdracht 21. 

Evaluatie en reflectie ( 5 min) 




Onderwerp: hoofstuk 8


Doelen van de les: 
  • We oefenen met de verschillende schrijfdoelen en tekstsoorten. 
  • Je weet wat het verschil is tussen een feit en een mening. 
  • Je weet het verschil tussen verbale en non-verbale communicatie.  

Slide 2 - Diapositive

Schrijfdoelen en tekstsoorten

Slide 3 - Diapositive

opdracht reclame

Slide 4 - Diapositive

Feit/ mening
Wat is een mening?

Een mening is iets wat iemand denkt, voelt of gelooft.

Meningen kunnen verschillen van persoon tot persoon en kunnen niet worden bewezen. Het is Subjectief

"De zon is prachtig."

Slide 5 - Diapositive

Feit/ mening
Wat is een feit?

Een feit is iets wat waar is en wat iedereen kan controleren.

Feiten zijn objectief: ze zijn niet afhankelijk van wat iemand denkt of voelt.

"De zon komt op in het oosten."

Slide 6 - Diapositive

Welke uitspraak is een feit?
A
De aarde draait om de zon.
B
De aarde is de mooiste planeet.

Slide 7 - Quiz

Welke uitspraak is een mening?

A
Water kookt bij 100 graden Celsius.
B
Pizza is het lekkerste eten ter wereld.

Slide 8 - Quiz

Verbale en non-verbale communicatie



Handig bij een presentatie. 

Slide 9 - Diapositive

Verbale communicatie

Je gebruikt woorden om een boodschap over te brengen:

  • geschreven woorden
  • gesproken woorden

Slide 10 - Diapositive

Non-verbale communicatie

Dat is communiceren zonder woorden: 

  • lichaamstaal
  • gezichtsuitdrukking 
  • oogcontact

Slide 11 - Diapositive

Wat is verbale communicatie?
A
Spreken
B
Spreken en luisteren
C
Met handen en voeten uitbeelden
D
Afbeeldingen gebruiken

Slide 12 - Quiz

Wat is een voorbeeld van non-verbale communicatie? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Symbolen
B
uitbeelden met handen en voeten
C
Lichaamshouding
D
Van je gezicht aflezen

Slide 13 - Quiz

Ik weet wat de verschillende schrijfdoelen en tekstsoorten zijn.
A
ja
B
met hulp
C
soms
D
snap er niks van

Slide 14 - Quiz

Ik weet wat het verschil is tussen een feit en een mening.
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

Ik weet wat het verschil is tussen verbale en non-verbale communicatie.
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quiz