2.2 Voedingsstoffen

Voedingsstoffen
Herhaling basisstof 1: Voedingsmiddelen
Start basisstof 2: Voedingsstoffen



Je kan 6 groepen voedingsstoffen noemen met hun functies
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Voedingsstoffen
Herhaling basisstof 1: Voedingsmiddelen
Start basisstof 2: Voedingsstoffen



Je kan 6 groepen voedingsstoffen noemen met hun functies

Slide 1 - Diapositive

4 functies voedingsstoffen
  1. Brandstof: Leveren de energie 
  2. Bouwstof: zorgen voor groei en herstel
  3. Reservestof: Worden opgeslagen om later te gebruiken
  4. Beschermende stof: Zorgen ervoor dat je niet ziek wordt

Slide 2 - Diapositive

Voedingsstoffen
  1. Eiwitten
  2. Koolhydraten
  3. Vetten
  4. Water
  5. Mineralen
  6. Vitaminen

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Eiwitten
Belangrijke bouwstof
  • Vorming van nieuwe cellen
  • Opbouw van spieren

Eiwitten kunnen ook een brandstof zijn. 

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Koolhydraten
Belangrijke brandstof
Glucose, suiker, zetmeel 

Koolhydraten zijn ook een bouwstof en worden ook als reservestof gebruikt

Slide 7 - Diapositive

Vetten
Vooral brandstof
Ook bouwstof en reservestof

Te veel vet wordt opgeslagen onder de huid en op organen. 

Sommige vitamine worden opgeslagen in vet

Slide 8 - Diapositive

Water
Lichaam 60% water
Bouwstof

Nodig voor vervoer van stoffen in het lichaam

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Mineralen
Worden ook wel zouten genoemd

Calcium, natrium, magnesium en ijzer.
Bouwstof en beschermende stof

Slide 11 - Diapositive

Vitaminen
Bouwstof en beschermende stof

Te weinig vitaminen > ziek

Vitamine A, B, C, D en K

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Voedingsvezels
  • Stoffen uit planten die je lichaam niet kan verteren
  • Voedingsvezels zijn nodig voor een goede darmwerking

Slide 14 - Diapositive


KGT:

2.2 5 vragen verzinnen
Maken 1,2,4,5 en 6

Klaar?
H: 3, 9 a/b/c
E: 7, 8 en 9 c/d

BK:

2.2 lezen en markeren.
Maken 2,3,4 en 5

Klaar? 
Maken 6 en 7
Aan de slag

Slide 15 - Diapositive