Schrijfvaardigheid Personages Hst 25

Programma
1. Leerdoelen
2. Instructie
3. Werken aan je schrijfopdracht voor maandag
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Programma
1. Leerdoelen
2. Instructie
3. Werken aan je schrijfopdracht voor maandag

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
-Je kunt een verhaal schrijven met een goede plot over een gegeven of zelfbedacht onderwerp.
-Je kunt zelf levensechte personages verzinnen.
-Je kunt een verhaal vanuit verschillende perspectieven schrijven.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Personages
Geen verhaal zonder personages
-Hebben menselijke eigenschappen: (gedachten, gevoelens, gewoonten).
-Hebben een eigen persoonlijkheid en worden zo levensecht,
-Hoeven niet verzonnen te zijn. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdpersonen en bijfiguren
Een verhaal kent meerdere soorten personages. 
-Hoofdpersoon: belangrijkste personage.
-Tegenstander: schurk/slechterik. 
-Medestanders/helpers: helpen de hoofdpersoon.
-Bijfiguren: kleinere rol in het verhaal.

Inleven in je personages >>> levendiger beeld. 

Slide 5 - Diapositive

-Hoofdpersoon: belangrijkste personage. Verhaal draait om zijn doel/wens. kunnen er meerdere zijn.
-Tegenstander: schurk/slechterik. Doet er alles aan zodat de hoofdpersoon doel neit bereikt
-Medestanders/helpers: helpen de hoofdpersoon.
-Bijfiguren: kleinere rol in het verhaal.

Je kunt je verhaal levendiger maken door je in te leven in je personage. Je vertelt immers het meeste over deze persoon en deze persoon gaat een ontwikkeling door. 
Vul de vragenlijst in en houd deze in je achterhoofd bij het schrijven. Zo voorkom je tegenstrijdige info. 
Welke personages?
HELD:
Tegenstander:
Helper:
Bijfiguur:

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

HELD
Tegenstander
Helper
Bijfiguur

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke personages?
HELD:
Tegenstander:
Helper:
Bijfiguur:

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

HELD
Tegenstander
Helper
Bijfiguur

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Manier van beschrijven
vertellend of vertonend


Show, don't tell

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Manon voelde zich verdrietig en eenzaam op de begrafenis van haar oma.
Met tranen in haar ogen staarde Manon naar de kist. Ze stond al een eeuwigheid in haar eentje bij het graf. Rillend voelde ze hoe de koude regendruppels via haar nek haar rug bereikten. 
Vertellend
Vertonend

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor jouw eigen verhaal, hoe zou je een personage kunnen verzinnen?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragenlijst personage
  1. naam?
  2. leeftijd?
  3. kenmerken uiterlijk? man of vrouw?
  4. hoe opgegroeid? gezin?
  5. met wie en waar woont hij of zij?  
  6. wat voor werk? en wat voor bezigheden in vrije tijd?
  7. grootste wens? grootste angst?
  8. wat voor karakter? goede en slechte eigenschappen? 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Heb je al een plot bedacht?
Nu mag je bedenken over wie dit verhaal zal gaan. Bedenk één of meer personages voor je verhaal. Gebruik de checklist. 
Lees hst 24 en 25 goed door, om het nog beter te begrijpen. 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
-Je kunt een verhaal schrijven met een goede plot over een gegeven of zelfbedacht onderwerp.
-Je kunt zelf levensechte personages verzinnen.
-Je kunt een verhaal vanuit verschillende perspectieven schrijven.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions