5.1 Het skelet van de mens

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Start van de les

- Rustige binnenkomst, direct naar je eigen tafeltje (klasopstelling).

- Check bij jezelf: jas/pet/kauwgom?

- Tablet blijft in de tas. Werkspullen pak je voor je.

- Zachtjes overleg tot timer is afgelopen. Lesstart -> aandacht naar voren.

- leesmoment (lezen theorie uit je lesboek).

Lezen vanaf basisstof 1. Lees lekker door tot de tijd voorbij is. 

H5 Stevigheid en beweging

5.1 Het skelet van de mens

Uit hoeveel botten bestaat het skelet van een menselijk lichaam?

1. 24
2. 36
3. 101
4. 206

Waar of niet waar?
Een baby wordt geboren met 270 botten

1. Waar
2. Niet waar

Aan het einde van de les...

Benoem je:

- de 4 functies van het skelet;

- 2 typen botten met hun eigenschappen

- de onderdelen van het skelet;

- Weet je wat er bedoeld wordt met zool-, teen- en hoefgangers.

geraamte

• stevigheid
• beweging
• bescherming
• vorm

Functies skelet

Het skelet bestaat uit de schedel, de romp en de ledematen

Platte beenderen

Pijpbeenderen

5.1 het skelet van de mens

Schedel = beenderen in het hoofd

de schedel wordt gedragen door de wervelkolom

Borstkas: 3 onderdelen

Borstbeen

Ribben

Borstwervels

Schoudergordel: 2 onderdelen

bekkengordel/bekken: 3 onderdelen

Heupbeen

Heiligbeen

Staartbeen

Ledematen

Lastig onthouden...

Beenderen in de onderarm:

- spaakbeen: aan de kant van de duim

- ellepijp: aan de kant van de pink

Ezelsbruggetje: de letter 'p' van 'pink'  zit vaker in het woord ellepijp dan in spaakbeen.

Botten in je handen en voeten

2 typen beenderen (botten):

- pijpbeenderen

- platte beenderen

Pijpbeenderen

- langwerpig

- vooral in de ledematen

- de koppen bevatten holten met rood beenmerg

- tussen de koppen bevindt zich een mergholte met geel beenmerg

Beenmerg

Rood beenmerg: 

hierin worden bloedcellen gevormd.

Geel beenmerg: 

hierin zit vet opgeslagen

Platte beenderen

- vooral in de schedel en de romp.

- bevat alleen rood beenmerg

- bevat GEEN mergholte met geel beenmerg

Vorm en functie

Het skelet geeft vorm aan het lichaam. 

De vorm heeft te maken met de omgeving waarin het organisme leeft.

Een dolfijn heeft bijvoorbeeld een gestroomlijnd lichaam.

Met een gestroomlijnd lichaam is de weerstand in het water...

1. groter, waardoor bewegen minder energie kost
2. kleiner, waardoor bewegen minder energie kost
3. groter, waardoor bewegen meer energie kost
4. kleiner, waardoor bewegen meer energie kost.

Zoolganger - teenganger - topganger (met hoeven)

De functie van het skelet

1. stevigheid
2. bescherming
3. aanhechtingsplaats spier
4. A, B en C

Sleep het dier naar de juiste kolom

Uitwendig skelet

Inwendig skelet

Wat is een gestroomlijnd lichaam?

1. waslaagje die het lichaam bedekt
2. verandering van kleur in het lichaam
3. dit zijn de vinnen van een waterdier
4. wanneer kop, lijf en staart in elkaar overlopen.

Pijpbeenderen

1. Opperarmbeen en dijbeen
2. Ellepijp en heupbeen
3. Schouderblad en heup
4. Knie en elleboog

Rood beenmerg komt voor in welke soorten beenderen?

1. Alleen pijpbeenderen
2. Alleen platte beenderen
3. In beide beenderen

Geel beenmerg komt voor in welke soorten beenderen?

1. Alleen pijpbeenderen
2. Alleen platte beenderen
3. In beide beenderen

In geel beenmerg...

1. worden bloedcellen geproduceerd
2. wordt vet opgeslagen
3. Beiden antwoorden zijn juist
4. Beide antwoorden zijn onjuist

Leer de namen van de beenderen (botten) uit jouw hoofd.

Oefen met de namen van de beenderen via deze link.

Gaat dat al goed?

Oefen dan verder via deze link.

Nummer 3

Nummer 7

Nummer 14

Nummer 15

Nummer 19

Nummer 23

Kuitbeen

Scheenbeen

Handwortelbeentje

Wervelkolom

Schouderblad

Sleutelbeen

Aan de slag!

Basisstof 1

- Opdrachten 1 t/m 6

Strijders

Opdracht 7

Klaar?

volg de weektaak, zie Peppels