Latijns voorvoegsel

Latijns voorvoegsel
Ik kan woorden schrijven met een Latijns voorvoegsel. 
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Latijns voorvoegsel
Ik kan woorden schrijven met een Latijns voorvoegsel. 

Slide 1 - Diapositive

Hij ____ dat lekker. (vinden)

Slide 2 - Question ouverte

___ hij dat lekker? (vinden)

Slide 3 - Question ouverte

Zij ____ nu naar huis. (lopen)

Slide 4 - Question ouverte

"Jolijn verhuist"
Zet het in voltooide tijd.

Slide 5 - Question ouverte

voorvoegsels
ab- 
ad- 
sub- 
Ob- 

Slide 6 - Diapositive

absoluut
A
ad
B
ab
C
sub
D
ob

Slide 7 - Quiz

Subjectief
A
ad
B
ab
C
sub
D
ob

Slide 8 - Quiz

woorden met een Latijns voorvoegsel

Slide 9 - Carte mentale

Dictee

Slide 10 - Diapositive

woord 1.

Slide 11 - Question ouverte

woord 2.

Slide 12 - Question ouverte

woord 3.

Slide 13 - Question ouverte

Zin 1.

Slide 14 - Question ouverte

Zin 2.

Slide 15 - Question ouverte

Zin 3.

Slide 16 - Question ouverte

Aan de slag! 
Maak de opdrachten op bladzijde 54.
Klaar en nagekeken? > schrijf alvast ideeën op voor je "eigen land" 

Slide 17 - Diapositive

Welke woorden hebben een Latijns voorvoegsel?

Slide 18 - Diapositive

Noem een woord met een Latijns voorvoegsel.

Slide 19 - Carte mentale