Woche 51 1.S

Heute Mittwoch den 22. Dezember
Ik kan een voltooid deelwoord maken ook als de stam van het werkwoord eindigt op d of t.
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Heute Mittwoch den 22. Dezember
Ik kan een voltooid deelwoord maken ook als de stam van het werkwoord eindigt op d of t.

Slide 1 - Diapositive

Was machen wir dieser Stunde?
Voltooid deelwoord

Hausaufgaben

Dennis und Tirza, nachholen Klassenarbeit!


Slide 2 - Diapositive

Voltooid deelwoord
Grammatik B Seite 18 und Seite 59

Hoe maak je in het Nederlands een voltooid deelwoord?
Hoe maak je in het Duits een voltooid deelwoord bij zwakke werkwoorden?
Weet je wat een zwak werkwoord is?


Slide 3 - Diapositive

Voltooid deelwoord?

Slide 4 - Diapositive

Voltooid deelwoord NL


werkwoord
  => stam
        => ge ervoor
              => t of d erachter
Voltooid deelwoord DE
zwakke werkwoorden

werkwoord
  => stam
        => ge ervoor
              => t erachter

Slide 5 - Diapositive

Voltooid deelwoord DE
zwakke werkwoorden

werkwoord
  => stam
        => ge ervoor
     
              => t erachter
Zwakke ww met stam d of t in het Duits. 

kregen een extra e

ich antworte          N
du antwort e st      +e
er  antwort e t        +e

wir antwort en       N
ihr  antwort e t      +e
sie/Sie antwort en N


Voltooid dw  DE zwakke ww met d of t

werkwoord
  => stam
       => ge ervoor
           => extra E erachter
           => t daarachter


Slide 6 - Diapositive

Voltooid deelwoord van

antworten
A
antwort
B
geantwort
C
geantwortet
D
geantworted

Slide 7 - Quiz

Voltooid deelwoord van:

pusten (blazen)
A
gepust
B
gepustd
C
gepusdt
D
gepustet

Slide 8 - Quiz

Voltooid deelwoord van:

pachten
A
pachtet
B
gepachtet
C
gepachted
D
gepacht

Slide 9 - Quiz

Voltooid deelwoord van:

kauen
A
kaut
B
gekaut
C
gekaud
D
gekautet

Slide 10 - Quiz

Ik weet nog hoe ik het voltooid deelwoord van de zwakke werkwoorden moet maken.
A
ja
B
nein
C
jein

Slide 11 - Quiz

Ik snap hoe ik het voltooid deelwoord van de zwakke werkwoorden met de stam op d/t moet maken.
A
ja
B
nein
C
jein

Slide 12 - Quiz

Herzlichen Dank für eure Aufmerksamkeit
und
bis zum nächsten Mal!

Slide 13 - Diapositive