Variables and units
1 / 25
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Noem een grootheid.
(wat kun je meten?)
(wat kun je meten?)
Slide 4 - Carte mentale
afstand ➡️
Grootheid
Eenheid
massa ➡️
volume ➡️
tijd ➡️
snelheid ➡️
Sleep de eenheid bij de juiste grootheid
m3
gram
meter per seconde
meter
seconde
Slide 5 - Question de remorquage
Afstand
Tijd
Snelheid
Eenheid:
Symbool grootheid:
Symbool eenheid:
Symbool grootheid:
Eenheid:
Symbool eenheid:
Symbool grootheid:
Eenheid:
Symbool eenheid:
s
meter
m/s
meter per seconde
v
m
seconde
t
s
Slide 6 - Question de remorquage
Sleep de juiste eenheid naar elke grootheid.
Afstand
Gemiddelde snelheid
Tijd
s
m
m/s
Slide 7 - Question de remorquage
Slide 8 - Vidéo
Slide 9 - Vidéo
Noem een eenheid
van lengte
van lengte
Slide 10 - Carte mentale
Wat is een grootheid en wat is een eenheid?
Grootheid
Eenheid
lengte
oppervlakte
seconde
kilogram
snelheid
centimeter
uur
tijd
kilometer
gewicht
hectare
Slide 11 - Question de remorquage
Wat is de eenheid en wat de grootheid in deze notatie?
t =
60
s
grootheid
eenheid
Slide 12 - Question de remorquage
0
Slide 13 - Vidéo
Slide 14 - Vidéo
8 kg =....g
A
0,008
B
80
C
800
D
8000
Slide 15 - Quiz
40 mm=.......m
A
0,004
B
0,04
C
4
D
400
Slide 16 - Quiz
40mV = ..... V
A
0,004
B
0,04
C
4
D
400
Slide 17 - Quiz
Tijd is een
een banaan weegt ongeveer 0,1
Kay is 17 jaar oud. Hij weegt 65.000
Kay is ongeveer 1,65
Uur is een
gram
grootheid
kilogram
eenheid
meter
Slide 18 - Question de remorquage
45,98 hm=......cm
A
0,04598
B
4598
C
45980
D
459800
Slide 19 - Quiz
Temperatuur
A
Grootheid
B
Eenheid
Slide 20 - Quiz
8 m = ........ km
2[?]
2
A
0,000008
B
0,008
C
8000
D
8000000
Slide 21 - Quiz
Wat is temperatuur op de thermometers
A
a.49 b.112 c.13 d.240 e.52 °C
B
a.49 b.108 c.13 d.230 e.50 °C
C
a.50 b.108 c.13 d.230 e.52 °C
D
a.50 b.112 c.15 d.240 e.50 °C
Slide 22 - Quiz
De maximum temperatuur is de hoogste temperatuur...
A
... van de dag.
B
... van de week.
C
... van de maand.
D
... van het jaar.
Slide 23 - Quiz
wat is de temperatuur?
A
60 graden Celcius
B
20 graden Celsius
C
0 graden celsius
D
-20 graden celsius
