10-02-2021 Tekst 22 en herhaling vragend voornaamwoord

Vandaag
Tekst 22 bespreken
Het vragend voornaamwoord
1 / 9
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 9 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Vandaag
Tekst 22 bespreken
Het vragend voornaamwoord

Slide 1 - Diapositive

Tekst 22, rr. 1-3
Holconius Ecce, Selena mea, Lucius pictor adest.
Arcessivi eum, quia in triclinio novam picturam
cupimus.

Slide 2 - Diapositive

Tekst 22, rr. 4-6
Selena Dic, Luci: quas picturas nostra in urbe
fecisti? In cuius domo? Ubi opus tuum videre
possumus?

Slide 3 - Diapositive

Tekst 22, rr. 7-9
Holconius Cara stulta asella, Lucius est pictor
clarus Pompeiis. Ubique plurima opera optima
pinxit.

Slide 4 - Diapositive

Vragend voornaamwoord
Een vraagzin begint vaak met 'wie/wat/welke'
Wat is het verschil tussen wie en wat?
Wanneer gebruik je welke?

Slide 5 - Diapositive

Zo ook in het Latijn
Drie rijtjes, mannelijk/vrouwelijk (wie, quis)
onzijdig (wat, quid)
bijvoeglijk (welke (qui, quae, quod)

Slide 6 - Diapositive

Quis id fecit
A
Wie heeft dit gedaan
B
Wat heeft hij gedaan
C
Welke dingen deed hij
D
Heeft hij iets gedaan

Slide 7 - Quiz

Quid viderunt
A
Wie zagen zij
B
Wie zagen
C
Wat zagen zij
D
Welke dingen zagen zij

Slide 8 - Quiz

Mandatum VI
Gekke rijtjes voor vragend voornaamwoord (gen.ev. en dat.ev.)

Slide 9 - Diapositive