Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Past simple - part 1
PAST SIMPLE
Pak je notitieblok voor aantekeningen
1 / 21
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
21 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
PAST SIMPLE
Pak je notitieblok voor aantekeningen
Slide 1 - Diapositive
Goals for today
To understand when the past simple is used.
To understand how to change regular verbs into the past simple.
To practice forming the past simple.
Slide 2 - Diapositive
"Past simple" what do you think that might be?
Slide 3 - Carte mentale
Slide 4 - Diapositive
Regelmatig werkwoorden in Engels
De basisregel van "past simple" in Engels is
+ ed
achter de stam
walk = walk
ed
open = open
ed
Het is dezelfde vorm voor alle persoonlijk voornaamwoorden:
I / you / he / she / it / we / you/ they
walk
ed
Slide 5 - Diapositive
Werkwoord eindigt met -e
Hoef je alleen -d toe te voegen
live - live
d
like - like
d
bake - bake
d
Yesterday, my mum bake
d
a cake.
Slide 6 - Diapositive
Werkwoorden die eindigen met een medeklinker + y
vervang de -y met -i voordat je - ed toevoegt
carry - carr
i
ed
try - tr
i
ed
He carr
i
ed
my bag last week.
Let op, er verandert niets als het werkwoord eindigt op klinker + y : I play - I played
Slide 7 - Diapositive
Werkwoorden die eindigen op een -l, met één klinker ervoor
krijgen een extra -l voor -ed
travel - travelled
cancel - cancelled
Slide 8 - Diapositive
Werkwoorden die eindigen met een klinker & een medeklinker
De laatste medeklinker is verdubbeld
stop - stopped
grab - grabbed
Klinkers (a, e, i, o, u)
Slide 9 - Diapositive
What is the past tense of: Help
He (to help) the old lady across the road
A
helping
B
helped
C
helps
D
helpd
Slide 10 - Quiz
What is the past tense of: study
He (to study) hard for his test
A
studies
B
studyied
C
studyed
D
studied
Slide 11 - Quiz
What is the past tense of: travel
They (to travel) to Spain last year.
A
traveled
B
travelld
C
travelled
D
travelde
Slide 12 - Quiz
What is the past tense of: close
The shop (to close) down last month.
A
closied
B
closd
C
closed
D
closing
Slide 13 - Quiz
What is the past tense of : stay
John (to stay) at his brother's house.
A
staied
B
stayed
C
stayied
D
stayid
Slide 14 - Quiz
Turn the verb into the past simple:
They (to watch) television.
Slide 15 - Question ouverte
Turn the verb into the past simple:
He (to like) going to the cinema.
Slide 16 - Question ouverte
Turn the verb into the past simple:
She (to stop) to close the door.
Slide 17 - Question ouverte
Voor alle persoonsvormen heeft het werkwoord dezelfde vorm in de verleden tijd
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quiz
Any questions?
Slide 19 - Diapositive
Go to ....
Unit 5, Lesson 4
Ex.6, 7, 8, 9
Finished? Then match the pairs
quiz
Slide 20 - Diapositive
What have you learnt today?
Slide 21 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
week 4.0
Août 2022
- Leçon avec
35 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Week 7 O16 les 1 | Present simple hh en negations
Février 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Week 5 O17 les 1 Present simple Impact F. Unit 2 p. 46-49
Janvier 2023
- Leçon avec
51 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Hoofdstuk 2 - Les 2
Janvier 2022
- Leçon avec
17 diapositives
Engels
MBO
Studiejaar 4
Past simple
Mai 2023
- Leçon avec
31 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2
testweek prep
Août 2022
- Leçon avec
32 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Past simple
Octobre 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2
Past simple recap
Mai 2024
- Leçon avec
41 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2