H13 Les 3: Samen 180°

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

H13 Les 3: Samen 180°

Introductie

Je kunt al hoeken meten met je kompasroos. Deze les gaan we hoeken berekenen. Je mag de hoeken dus niet meten.

Voor het berekenen van de hoeken maken we onder andere gebruik van de symmetrie van de vlakke figuren uit de vorige les.

Lesdoelen

Na deze kun je rekenen met hoeken:

• die samen een gestrekte hoek vormen
• in een driehoek

Welke hoek is een gestrekte hoek?

1. hoek B
2. hoek D
3. hoek E
4. hoek C

Samen 180°

Hoek C is een gestrekte hoek.

Hoek C₁ en hoek C₂ zijn samen 180°. 

∠P2=180°−140°=40°

De hoek die ik bereken.

Bereken hoek P₂

Hoeveel graden zijn de hoeken samen.

Trek de hoeken die je kent ervan af.

De uitkomst.

Hoeveel graden is de hoek met het vraagteken

1. 45°
2. 55°
3. 135°
4. 145°

∠A=180°−45°=135°

De hoek die ik bereken.

Hoeveel graden zijn de hoeken samen.

Trek de hoeken die je kent ervan af.

De uitkomst.

Hoeken bereken

Je maakt steeds dezelfde berekening:

                  

                     =                     -                       = 

Welke hoek moet ik berekenen?

Hoeveel graden zijn de hoeken samen?

Haal hier de hoeken die ik al weet van af.

De uitkomst

Hoeveel graden is hoek A1?

1. 20°
2. 30°
3. 40°
4. 110°

Driehoekensom

In elke driehoek zijn de drie hoeken samen 180°.

Dus als je twee hoeken van een driehoek kent, kun je de derde uitrekenen.

De berekening is hetzelfde als bij een gestrekte hoek.

∠I=180°−70°−30°=80°

De hoek die ik bereken.

Bereken hoek I

Hoeveel graden zijn de hoeken samen.

Trek de hoeken die je kent ervan af.

De uitkomst.

Hoeveel graden is hoek C?

1. 40°
2. 50°
3. 140°
4. 230°

∠C=180°−40°−90°=50°

De hoek die ik bereken.

Hoeveel graden zijn de hoeken samen.

Trek de hoeken die je kent ervan af.

De uitkomst.

Hoek B is een rechte hoek = 90°

Ik kan hoeken berekenen in een gestrekte hoek.

1. Ja.
2. Ja, maar ik moet nog wel oefenen.
3. Nee, ik heb nog extra uitleg nodig.
4. Nee, ik begrijp het nog niet zo goed.

Ik kan hoeken berekenen in een driehoek.

1. Ja.
2. Ja, maar ik moet nog wel oefenen.
3. Nee, ik heb nog extra uitleg nodig.
4. Nee, ik begrijp het nog niet zo goed.