Startrekenen 1F H3 Aftrekken

1 / 55
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 55 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

25 - 6 =

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Splits het volgende getal.

345

Slide 9 - Question ouverte

Splits het volgende getal.

2452

Slide 10 - Question ouverte

Leerdoelen
Je leert hoe je minsommen uitrekent door middel van de rijgmethode.
Je leert hoe je getallen met nullen makkelijker van elkaar aftrekt

Slide 11 - Diapositive

Leerdoel
Je leert hoe je minsommen uitrekent door middel van de rijgmethode.

Slide 12 - Diapositive

Aftrekken Rijgen
Je hebt net getallen gesplitst, aftreksommen maak je makkelijker met een gesplitst getal
Voorbeeld: 156 - 132 = 
Je splitst eerst in 100, 30 en 2
Daarna haal je ze van groot naar klein eraf:
156 - 100 = 56
56 - 30 = 26
26 - = 24

Slide 13 - Diapositive

529 - 303 =

Slide 14 - Question ouverte

367 - 48 =

Slide 15 - Question ouverte

Leerdoel
Je leert hoe je getallen met nullen makkelijker van elkaar aftrekt

Slide 16 - Diapositive

Aftrekken met nullen
Dit is hetzelfde als optellen met nullen, maar dan haal je de getallen van elkaar af.
Weet je het nog?
17.000 - 4.000 = 17 duizendtallen - 4 duizendtallen = 13 duizendtallen, dus 13.000

Slide 17 - Diapositive

1600-200=

Slide 18 - Question ouverte

2500-1200=

Slide 19 - Question ouverte

50.000-8.000=

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Reken uit.

39 - 14 =

Slide 23 - Question ouverte

Reken uit.

75 - 25 =

Slide 24 - Question ouverte

Reken uit.

341 - 49 =

Slide 25 - Question ouverte

Reken uit.

225 - 89 =

Slide 26 - Question ouverte

Reken uit.

507 - 28 =

Slide 27 - Question ouverte

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Reken uit.

700 - 400 =

Slide 30 - Question ouverte

Reken uit.

1900 - 500 =

Slide 31 - Question ouverte

Reken uit.

2100 - 600 =

Slide 32 - Question ouverte

Reken uit.

50 000 - 34 000

Slide 33 - Question ouverte

Reken uit.

4300 - 1800

Slide 34 - Question ouverte

Einde les
Hierna volgen oefenopdrachten.

Slide 35 - Diapositive

Reken uit.

73 - 59 =

Slide 36 - Question ouverte

Reken uit.

208 - 134 =

Slide 37 - Question ouverte

Reken uit.

100 - 45 =

Slide 38 - Question ouverte

Reken uit.

519 - 103 =

Slide 39 - Question ouverte

Reken uit.

90 - 13=

Slide 40 - Question ouverte

Reken uit.

63 - 32 =

Slide 41 - Question ouverte

Reken uit.

208 - 67 =

Slide 42 - Question ouverte

Reken uit.

231 - 51 =

Slide 43 - Question ouverte

Reken uit.

190 - 70 =

Slide 44 - Question ouverte

Reken uit.

4000 - 500 =

Slide 45 - Question ouverte

Reken uit.

1200 - 700 =

Slide 46 - Question ouverte

Reken uit.

756 - 44 =

Slide 47 - Question ouverte

Reken uit.

127 - 46 =

Slide 48 - Question ouverte

Reken uit.

2500 - 1300 =

Slide 49 - Question ouverte

Reken uit.

5488 - 125 =

Slide 50 - Question ouverte

Reken uit.

800 - 9 =

Slide 51 - Question ouverte

Reken uit.

200 - 11 =

Slide 52 - Question ouverte

Reken uit.

3471 - 888 =

Slide 53 - Question ouverte

Reken uit.

7231 - 709 =

Slide 54 - Question ouverte

Reken uit.

5467 - 918 =

Slide 55 - Question ouverte