1V H5 Europa par. 1 invloed Golfstroom Herhaling

Tekst
Klimaat en natuurlandschap in Europa
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Tekst
Klimaat en natuurlandschap in Europa

Slide 1 - Diapositive

Vergelijk twee plaatsen op dezelfde breedteligging  met elkaar
- Hammerfest in Noorwegen 
            
met

- Inuvik in Canada 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Verklaar het grote temperatuurverschil tussen Hammerfest en Inuvik

Slide 5 - Question ouverte

Hoe zie je de temperatuur in een klimaatgrafiek?
A
Blauwe balkjes
B
Rode lijn
C
Zwarte lijnen
D
Groene blokjes

Slide 6 - Quiz

De klimaatgrafiek hoort bij
A
landklimaat
B
zeeklimaat
C
middellands zeeklimaat
D
toendraklimaat

Slide 7 - Quiz

De klimaatgrafiek hoort bij
A
Gematigd landklimaat
B
Gematigd zeeklimaat
C
Middellands zeeklimaat
D
toendraklimaat

Slide 8 - Quiz

De klimaatgrafiek hoort bij
A
Gematigd landklimaat
B
zeeklimaat
C
middellands zeeklimaat
D
Landklimaat met droge winter

Slide 9 - Quiz

Breedteligging en temperatuur hebben niks met elkaar te maken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Hoe lager de breedteligging van een plaats, hoe kouder het is
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

De Golfstroom komt vanuit het
A
Noorden
B
Oosten
C
Zuiden
D
Westen

Slide 12 - Quiz

Aflandige wind is in de winter warm
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

De overheersende windrichting in Nederland is
A
Noordenwind
B
Westenwind
C
Zuidenwind
D
Oostenwind

Slide 14 - Quiz

Aanlandige wind in Nederland is westenwind
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 15 - Quiz

Aanlandige wind is in de zomer warm
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Welke invloed heeft de Golfstroom op de zomertemperatuur in West-Europa?

Slide 17 - Question ouverte

Welke invloed heeft de Golfstroom op de zomertemperatuur in Oost-Europa?

Slide 18 - Question ouverte

Zet de foto's bij de juiste reliëfvorm
Laagland
Heuvelland
Middelgebergte
Hooggebergte

Slide 19 - Question de remorquage

Waar valt vaak stuwingsneerslag?
A
In de buurt van de evenaar
B
In de buurt van bergen
C
In de buurt van Israel
D
In het Midden-Oosten

Slide 20 - Quiz

Hoe ontstaat ook alweer stuwingsneerslag?
A
De botsing van koude en warme lucht
B
Door gebergten die de lucht doen opstijgen
C
Door sterke opwarming van de lucht door zon
D
Door aanwezigheid van veel vochtige lucht

Slide 21 - Quiz

Nog vragen?
  • Volgende week repetitie H5§1 t/m §3

Slide 22 - Diapositive