4H - Het bijwoord en bijv.nw

Bijwoord en Bijv. nw
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Bijwoord en Bijv. nw

Slide 1 - Diapositive

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

  • zegt iets over een zelfst. nw 
       la comida sana.
       es una canción buena

  • Het komt in getal en geslacht met dit zelfst. nw. overeen.


Wat is een bijwoord? 

  • Zegt iets over een werkwoord, 
      Comemos sanamente.
      La cantante canta bien.

  • het is onveranderlijk.

Slide 2 - Diapositive

Adverbios en mente
Een bijwoord vorm je met: 
--> 'o' naar een 'a' + mente
- rápido               rápidamente
- completo        completamente

--> een medeklinker + mente
- fácil                facilmente
- total                totalmente

--> een 'e' + mente
- probable         probablemente

Slide 3 - Diapositive

Bijwoorden van hoeveelheid
demasiado    =   teveel
Luisa trabaja demasiado.
mucho           = veel
Ana viaja mucho.
bastante        = aardig wat/tamelijk veel
Pedro estudia bastante
poco              = weinig
Rosa estudia poco.
Wat zijn bijwoorden?
woorden die iets zeggen over een werkwoord, een bijvoeglijk naamwoord of een ander bijwoord. Ze zijn onveranderlijk. 

Slide 4 - Diapositive

muy en mucho
  • muy is een bijwoord en staat voor een bijvoeglijk naamwoord. Het betekent dan "heel" of "erg".
  • mucho(veel) als bijwoord zegt iets over een werkwoord. Het is dan onveranderlijk. vb: Juan trabaja mucho.
  • mucho als bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord. In dat geval past het zich aan aan het zelfstandig naamwoord waar het bij staat. 
vb: Hay mucha gente. Tengo muchos libros. 

Slide 5 - Diapositive

a practicar
  1. Paso Adelante, Unidad 3, página 132, ejercicios 31+32
  2. ¿muy o mucho? Pulsa AQUÍ
  3. ¿bien o bueno/a(s)? Pulsa AQUÍ

Slide 6 - Diapositive

Juan habla_____veces por teléfono.
A
mucha
B
mucho
C
muchas
D
muchos

Slide 7 - Quiz

Mi padre siempre trabaja______.
A
mucha
B
mucho
C
muchas
D
muchos

Slide 8 - Quiz

Es importante estudiar_____en el colegio.
A
mucho
B
mucha
C
muchos
D
muchas

Slide 9 - Quiz

La música es muy_____en la fiesta.
A
bien
B
buena
C
bueno
D
buen

Slide 10 - Quiz

Ariana actúa_____pero canta muy bien.
A
mal
B
malo
C
mala
D
malas

Slide 11 - Quiz

Maak hier een bijwoord van:
lento (langzaam)

Slide 12 - Question ouverte

Maak hier een bijwoord van:
probable.

Slide 13 - Question ouverte

Maak hier een bijwoord van:
Total

Slide 14 - Question ouverte

Huiswerk
zie studiewijzer

Slide 15 - Diapositive