EHBO Quiz 26maart

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werken aan veiligheid en EHBO 

* Herhaling theorie EHBO (quiz)
* Herhaling praktijk EHBO


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar staat EHBO voor?
A
Eerste hulp bij overvallen
B
Eten halen bij opa
C
Eerste hulp bij ongelukken
D
Het heet gewoon EHBO

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar let je eerst op bij EHBO?
A
Veiligheid slachtoffer
B
Veiligheid anderen
C
Veiligheid van jezelf

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel procent van de bevolking in Nederland heeft EHBO-vaardigheden?
A
17 %
B
80 %
C
1 %
D
4 %

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doet het Rode Kruis?
A
Ze helpen mensen die in nood zitten.
B
Ze zorgen ervoor dat iedereen EHBO vaardigheden heeft.
C
Ze bieden financiële hulp.
D
Ze verzorgen EHBO lessen.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doet het Oranje kruis?
A
Hetzelfde als het Rode kruis.
B
Ze vullen hulp aan die wordt aangeboden door het rode kruis.
C
Ze maken lesmateriaal.

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom moet je op gevaar letten?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kun je de veiligheid verhogen?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
1:00
Schrijf zoveel mogelijk woorden op met het woord wond erin.

Slide 10 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent steriel?
A
Je mag het niet aanraken
B
Het is een grote open wond
C
Geen bacteriën
D
Je moet voorzichtig zijn

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een leerling heeft zich flink in haar hand gesneden met een mes tijdens de kookles. Wat voor wond is dit?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit is een:
A
Eerstegraads brandwond
B
Tweedegraads brandwond
C
Derdegraads brandwond

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De huid is tot de lederhuid stuk, je hebt veel pijn en blaren. Welke soort brandwond is dit?
A
1e graads brandwond
B
2e graads brandwond
C
3e graads brandwond

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul het goede woord in:

Je koelt een brandwond met .... water
A
warm
B
ijs
C
koud
D
lauw

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe lang moet je koelen bij een brandwond?
A
5 - 10 minuten
B
10 - 15 minuten
C
10 - 20 minuten
D
5 - 20 minuten

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij een derdegraads brandwond is alleen de eerste laag beschadigd.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een 1ste graads brandwond doet geen pijn en is zwart van kleur
Klopt dit wel/niet
A
wel
B
niet

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij een bloedneus houd je het hoofd voorover.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe lang moet iemand zijn neus dichtknijpen bij een bloedneus?
A
2 minuten
B
5 minuten
C
10 minuten
D
15 minuten

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is er fout?
Als iemand een bloedneus heeft dan...
A
laat je hem zitten in schrijfhouding
B
knijp je zijn neus 10 minuten dicht onder het tussenschot
C
als het bloeden stopt laat je hem zachtjes snuiten
D
moet je hem eerst gerust stellen

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat doe je met een schaafwond?
A
niks
B
spoelen met water
C
insmeren met zalf
D
gewoon een pleister erop

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wanneer gebruik je rug en buikstoten ofwel de greep van Heimlich?

Slide 24 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

als een persoon zijn bewustzijn verliest wat doe je dan?

Slide 25 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

hoe heet de greep als iemand dreigt te vallen of als je iemand moet verplaatsen?
A
houdgreep
B
armslag
C
rauteck
D
heimlich

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

leg uit wat de volgorde is van de stabiele zijligging

Slide 27 - Carte mentale

- na controle ademhaling
- arm opzij naar kant waar gezicht heen wijst
- andere arm hand inklemmen en op wang
- verste been pakken in knieholte en been buigen
- been naar je toe halen en lichaam draaien
-houd je hand goed tegen de wang en begeleid het hoofd
- leg hoofd neer en trek been op zodat er geen mogelijkheid is tot doorrollen
- doe een kinlift zodat ademweg vrij is
als je het niet vertrouwd mag je dan 112 bellen?
A
ja
B
nee

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Rode kruis app
https://www.rodekruis.nl/ehbo/gratis-ehbo-app/


Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions