Les 2 opvoedstijlen

#Opvoedstijlen
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

#Opvoedstijlen

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
1. terugkijken naar de verschillende opvoedstijlen
2. filmpje + vragen
3. gevaren van de verschillende opvoedstijlen benoemen

Slide 2 - Diapositive

Opvoedstijlen

Slide 3 - Diapositive

1

Slide 4 - Vidéo

05:24
Welke opvoedstijl zie je hier? leg uit

Slide 5 - Question ouverte

1

Slide 6 - Vidéo

1

Slide 7 - Vidéo

1

Slide 8 - Vidéo

07:02
Van welke opvoedstijl spreken we nu?
Waarom?

Slide 9 - Question ouverte

02:42
Welke opvoedstijl zie je terug?
A
Democratisch
B
Autoritair
C
toegeeflijk
D
Verwaarlozend

Slide 10 - Quiz

01:14
Welke opvoedstijl zie je hier?

Slide 11 - Question ouverte

Democratische
opvoedstijl
  • Kost veel tijd/energie
  • Iedereen heeft inbreng
  • In gesprek (wensen)
  • Kind en zelfontplooiing
  • Duidelijke regels
  • Autoritatief/ vanuit gezag niet macht.

Slide 12 - Diapositive

Effect democratische opvoedstijl
  • Positief zelfbeeld
  • Vroeg leren samenwerken
  • Front tegen front
  • Zelfvertrouwen en zelfstandigheid
  • Gesprekken voeren.

Slide 13 - Diapositive

Effect democratische opvoedstijl
  • Positief zelfbeeld
  • Vroeg leren samenwerken
  • Front tegen front
  • Zelfvertrouwen en zelfstandigheid
  • Gesprekken voeren.

Slide 14 - Diapositive

Wat zou het gevaar van deze opvoedstijl kunnen zijn?

Slide 15 - Question ouverte

Autoritaire opvoedstijl
  • Als basis; regels
  • Ouders bepalen
  • Verwachtingen kind
  • Straf
  • Machtpositie;
    Gehoorzamen, aanpassen en  luisteren
  • Geen onderhandeling
  • Geen keuzes, geen mening

Slide 16 - Diapositive

Effect van een autoritaire opvoedstijl
  • Een autoritaire opvoedingsstijl geeft weinig ruimte voor de eigen ontplooiing van kinderen.  
  • Het kind wordt niet uitgedaagd om zelf na te denken.  
  • Hierdoor kan mogelijk een negatief zelfbeeld ontstaan: ‘Wat ik vind is toch niet belangrijk.’  
  • Ook kan het kind gaan twijfelen aan zichzelf, zich onmachtig voelen, zich opstandig gaan gedragen en zelfs agressief worden.  
  • Het kind leert niet om verantwoording af te leggen over het eigen gedrag.  
  • Een ander gevolg van deze opvoedingsstijl is, dat het kind heel gevoelig is voor autoriteit en zich gemakkelijk aanpast en volgt. Dit maakt hem of haar kwetsbaar voor negatieve invloeden. 

Slide 17 - Diapositive

Wat zou het gevaar van deze opvoedstijl kunnen zijn?

Slide 18 - Question ouverte

De toegeeflijk opvoedstijl
  • Tegenhanger autoritaire opvoedstijl
  • Frans voor laten begaan; Als ouder bepaal je zo min mogelijk.
  • Tolerante opvoedstijl
  • Weinig eisen en grenzen, nauwelijks tot geen structuur in het dagelijkse leven. 
  • Veel ruimte voor het kind
  • Veel aandacht voor behoefte en wensen van het kind. Weinig feedback
  • Verwennen van het kind, weinig conflicten, gelijkwaardig

Slide 19 - Diapositive

Effect van de toegeeflijk opvoedstijl
  • Kinderen zijn vaak onzeker; Door weinig tegengas (onduidelijkheid)
  • Verantwoordelijkheid ( zonder het aan te kunnen)
  • Voelen zich alleen, in de steek gelaten, gemakzuchtig; ouders zien het toch niet.
  • Omgaan met emoties wordt beïnvloed
  • Eenzaamheid, rekening houden met anderen
  • Kans op het kwijtraken van de controle bij puberteit
  • Ouders hebben geen idee wat hun kinderen doen 

Slide 20 - Diapositive

Wat zou het gevaar van deze opvoedstijl kunnen zijn?

Slide 21 - Question ouverte

Verwaarlozing
  • Opvoedstijl
  • Niet  betrokken bij het kind
  • Ouders die hun kind verwaarlozen bieden geen;
  • Emotionele steun,
  • Geven geen grenzen aan, Geen regels,
  • Tonen nauwelijks interesse
  • Afstand tussen ouder en kind is groot

Slide 22 - Diapositive

Wat zou het gevaar van deze opvoedstijl kunnen zijn?

Slide 23 - Question ouverte

Opvoeding is de oorzaak voor alle gezinsproblemen? Leg uit waarom wel of niet

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Diapositive

Wat heb je dan geleerd?

Slide 26 - Question ouverte