Logistiek: blok 4 > inkoop

Logistiek: blok 4 inkoop


klas: 3 basis en 3 kader
Mevrouw Yaseen en mevrouw Paap
2 december 2022
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Economie en OndernemenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Logistiek: blok 4 inkoop


klas: 3 basis en 3 kader
Mevrouw Yaseen en mevrouw Paap
2 december 2022

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen 
Aan het einde van de les:
  • Kennen de leerlingen minimaal twee lveringsvoorwaarden
  • Kennen de leerlingen minimaal twee betalingsvoorwaarden 

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Terugblik vorige les
  • Leveringsvoorwaarden 
  • Vrachtkosten 
  • Betalingsvoorwaarden 

Slide 3 - Diapositive

Wat is een offerte
A
Een offerte is een prijsopgave
B
Een offerte is een soort inkoopfactuur
C
Een offerte krijg als je wat hebt besteld bij een bedrijf

Slide 4 - Quiz

Hoe stel je een offerte op?

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Vidéo

Leveringsvoorwaarden 
  • Voordat een bedrijf een bestelling bij de klant aflevert, maakt het bedrijf eerst enkele afspraken over de bezorging.
  • Dit benoemt de leverancier in zijn offerte (bijv. levertijd)
  •  De leveringsvoorwaarden gaan over:
          - wanneer de bestelling geleverd wordt
          - wie de bijkomende kosten betaalt. Bijkomende kosten                     zijn administratiekosten en vrachtkosten

Slide 7 - Diapositive

Vrachtkosten
Hoogte van de kosten wordt bepaald door:
1. afstand
2. Gewicht
3. Waarde
4. invoerrechten
5. Verzekering
6. Snelheid        

Slide 8 - Diapositive

Wie betaalt de vrachtkosten?
Franco: betaald de leverancier 
Niet franco: betaalt de klant
Loco: klant moet alles betalen om artikelen thuis te krijgen
Af (...): klant moet betalen na verzendklaar maken van artikelen


Slide 9 - Diapositive

Wat wordt bedoeld met 'loco' als het over verzendkosten gaat?
A
De leverancier betaalt de verzendkosten.
B
De klant betaalt de vervoerskosten.
C
De klant betaalt de vervoerskosten en het verzendklaar maken van de goederen.

Slide 10 - Quiz

Het doorberekenen van de kosten die gemaakt worden bij het opstellen van een factuur, is een voorbeeld van...
A
Administratiekosten
B
Verzendkosten
C
Vrachtkosten

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Hoeveel bijkomende kosten moet de klant betalen?
A
€ 15,00
B
€ 25,00
C
€ 119,50

Slide 13 - Quiz

Voor de transportkosten brengen wij € 50,00 in rekening'. Wordt deze franco of niet-franco verzonden?
A
Wel-franco
B
Niet-franco

Slide 14 - Quiz

Op een offerte staat: ‘De prijs is inclusief verzend, administratiekosten’.
Deze levering is...
A
Franco
B
Niet-franco
C
Loco

Slide 15 - Quiz

De internationale afspraken over het vervoer van goederen heten ook wel:
A
invoerrechten.
B
administratiekosten.
C
incoterms.

Slide 16 - Quiz

Betalingsvoorwaarden 
  • Regels van de verkoper over de betaling van artikelen of diensten.De klant moet zich aan deze regels houden.
  • In de betalingsvoorwaarden staat:
       - wanneer de klant moet betalen;
       - hoe de klant moet betalen.
  • De leverancier zet de betalingsvoorwaarden op de offerte, de orderbevestiging en de factuur.

Slide 17 - Diapositive

Onder welke betalingsvoorwaarde betaal je in de supermarkt?
A
Aanbetaling
B
Betalingstermijn
C
Contant

Slide 18 - Quiz

Je hebt via een site iets gekocht. Je krijgt het pas thuisgestuurd als je hebt betaald. Welke betalingsvoorwaarde?
A
Vooruitbetaling
B
Aanbetaling
C
Betaling onder rembours

Slide 19 - Quiz

Je hebt via een site iets gekocht. Je moet bij levering aan de koerier betalen. Welke betalingsvoorwaarde?
A
Vooruitbetaling
B
Aanbetaling
C
Onder rembours

Slide 20 - Quiz

Bij welke betalingsvoorwaarden loopt zowel de klant als de verkoper geen risico?
A
bij vooruitbetaling en onder rembours
B
bij contante betaling en onder rembours
C
bij contante betaling en vooruitbetaling

Slide 21 - Quiz

Terugblik op de les 
Noem twee leveringsvoorwaarden.
Noem twee betalingsvoorwaarden.

Slide 22 - Diapositive