koppelteken en weglatingsstreepje

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Welke woorden kan je weglaten?
De artiesten kwamen de kleedkamer binnen en de artiesten werden één voor één geschminkt

Slide 2 - Question ouverte

Slide 3 - Lien

Slide 4 - Diapositive

Upload hier een screenshot van je score.

Slide 5 - Question ouverte

mijn stage uren zijn meestal op dinsdagochtend en avond in een cafe op de hoek

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Vidéo

koppelteken
Samenstellingen schrijf je in principe aan elkaar.
bijvoorbeeld:
voetbal + competitie = voetbalcompetitie
tentamen + stress =  tentamenstress

Slide 9 - Diapositive

koppelteken
Uitzonderingen
Je gebruikt een koppelteken als er klinkers botsen, die ook samen een klank kunnen vormen.
bijvoorbeeld:
auto + ongeluk = auto-ongeluk 

Slide 10 - Diapositive

politie + academie
A
politie academie
B
politieacademie
C
politie-academie

Slide 11 - Quiz

studie + avond
A
studie avond
B
studieavond
C
studie-avond

Slide 12 - Quiz

gala + avond
A
gala avond
B
galaavond
C
gala-avond

Slide 13 - Quiz

domino + effect
A
domino effect
B
dominoeffect
C
domino-effect

Slide 14 - Quiz

rij + examen
A
rij examen
B
rijexamen
C
rij-examen

Slide 15 - Quiz

koppelteken
Uitzonderingen
Je gebruikt een koppelteken bij bijzondere woordcombinaties
bijvoorbeeld:
doe het zelf + zaak = 
doe-het-zelfzaak
( Je schrijft de samenstelling met deze combinatie dan wel vast aan de combinatie)

Slide 16 - Diapositive

koppelteken
Uitzonderingen
Je gebruikt een koppelteken bij letters, cijfers, andere tekens, afkortingen en St. of Sint
bijvoorbeeld: 
A4-tje

Slide 17 - Diapositive

koppelteken
Uitzonderingen
Je gebruikt een koppelteken bij aardrijkskundige namen
bijvoorbeeld:
Zuid + Holland = Zuid-Holland

Slide 18 - Diapositive

koppelteken
Uitzonderingen
Je gebruikt een koppelteken bij de voorvoegsels:
anti-, oer-, on- en pro- alleen als er een hoofdletter na komt.

bijvoorbeeld: oer-Hollands 

Slide 19 - Diapositive

weglatingsstreepje
Als je een deel van een woord weglaat, mag dat met een weglatingsstreepje.
Let op: 
- als je het eind van het woord weglaat, komt het streepje bij het eerste woord aan het eind, bijv. in- en uitvoer.
- als je het begin van het woord weglaat, komt het streepje aan het begin van het tweede woord, bijv. damesjassen en -jurken.
- laat je een heel woord weg, dan gebruik je geen streepje.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Lien