24. Vogeltoets

Vogeltoets
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
DierenSpeciaal OnderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Vogeltoets

Slide 1 - Diapositive

Planning
- Theorie
- Toets
- Evalueren

Slide 2 - Diapositive

Theorie
Alle vogels hebben een verenkleed, ook als ze niet kunnen vliegen. De veren bestaat uit keratine. Ook onze haren en vingernagels bestaan uit deze hoornachtige stof. 

Slide 3 - Diapositive

Pinguïns
Pinguïns zijn bijzonder merkwaardige vogels. Ze kunnen niet eens een klein stukje vliegen. De meeste tijd brengen ze door in het koude water van de zeeën op het zuidelijke halfrond. Er zijn 17 soorten pinguïns. Het zijn allemaal bijzonder goede zwemmers en duikers. Hun vleugelstompjes zijn geëvolueerd tot 'peddels'. De stijve, olieachtige veren bedekken het lichaam als een glad geschubd kleed.

Slide 4 - Diapositive

Flamingo's
Flamingo's hebben een lichtroze verenpak. Langs meren in Afrika maar ook in Zuid-Frankrijk vormen ze vaak enorme -> kolonies. Flamingo's kunnen goed vliegen. In de tijd van de rui verliezen ze alle vleugelpennen. Dan kunnen ze alleen nog zwemmend aan hun vijanden ontsnappen. De vrouwtjes bouwen een nest van slijk, dat ze met de snavel bij elkaar schuiven.

Slide 5 - Diapositive

Roofvogels
Roofvogels jagen en doden dieren. Daarvoor hebben ze een kromme snavel en sterke poten met spitse klauwen. Roofvogels cirkelen meestal heel lang in de lucht en zoeken met hun scherpe ogen een prooi op de grond of in de lucht onder zich. Dan laten ze zich naar beneden vallen en slaan toe.

Slide 6 - Diapositive

Hoenders
De bekendste hoender is onze huiskip. Wilde hoenders komen over de hele wereld voor. Er zijn ongeveer 270 soorten. Het zijn voornamelijk grondvogels, die meestal beter lopen dan vliegen. Hoenderachtigen bouwen een nest op de grond. De jongen verlaten het nest op de grond. De jongen verlaten het nest zodra ze uit het ei gekropen zijn. Men noemt ze daarom nestvlieders.

Slide 7 - Diapositive

Meeuwen
Meeuwen zijn zeevogels. Vele hebben zich echter landinwaarts verspreid. Ze eten bij voorkeur schelpdieren en vis, maar nemen ook ander voedsel en afval tot zich. De alken zijn ook zeevogels, maar vliegen nooit het binnenland in. Aan de kust vormen ze kolonies van wel duizenden vogels. De zilvermeeuw wordt tot 70 cm groot.

Slide 8 - Diapositive

Papegaaien
De papegaaien behoren tot de opvallendste vogels. Ze kunnen geluiden en zelfs de menselijk stem nabootsen. Om die eigenschap en om hun bonte veren worden papegaaien al sinds jaar en dag gevangen in de natuur. Tegenwoordig zijn de meeste papegaaien in gevangenschap gefokt. In vrijheid leven papegaaien vooral in tropische regenwouden.

Slide 9 - Diapositive

Uilen
Uilen zijn nachtvogels. Je krijgt ze daardoor nauwelijks te zien. Meestal hoor je ze niet eens, want ze vliegen bijna geluidloos. Alleen hun kreet kun je af en toe horen. Sommige bijgelovige mensen zeggen 'de lijkvogel' roept' als ze een steenuil horen. Ze denken dat de kreet van de steenuil ongeluk brengt.

Slide 10 - Diapositive

Kolibries
De kolibrie komt alleen voor in Amerika. Het zijn de kleinste vogels ter wereld. Kolibries kunnen vooruit-, achteruit- en opzij vliegen. Ze kunnen ook in de lucht blijven stilhangen als een helikopter. Daarvoor slaan ze heel snel met hun vleugels. Ook de met de kolibries verwante gierzwaluwen kunnen heel goed vliegen.

Slide 11 - Diapositive

Zangvogels
De zangvogels maken ongeveer de helft uit van alle vogelsoorten. De meer dan 4000 soorten worden dan wel zangvogels genoemd, sommige kunnen niet eens zingen. Zangvogels bouwen vaak prachtige nesten. De jongen zijn nestblijvers en worden gevoerd tot ze kunnen vliegen.

Slide 12 - Diapositive

Koolmees
De meest voorkomende mees bij ons is de koolmees. Deze wordt ongeveer zo groot als een huismus en komt voor in alle soorten bossen, parken en tuinen. In de winter is het een veel- geziene gast op voederplaatsen. Overdag is de koolmees in bomen en struiken opzoek naar voedsel. Hij eet zaden, bessen en vooral insecten.

Slide 13 - Diapositive

Einde!
En dan nu ... Vragen maken!

Slide 14 - Diapositive