4H 8.3 democratisering

DEMOcratisering!?
Wat is dat?
1 / 25
suivant
Slide 1: Question ouverte
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

DEMOcratisering!?
Wat is dat?

Slide 1 - Question ouverte

DEMOCRATISERING
1848: 55.728 kiesgerechtigden (1,8% bevolking)/ 44.805 (80,4%) opkomst

2017: 12.893.466 kiesgerechtigden (75%) / 10.563.456 (82%) opkomst

2021: 13.103.200 kiesgerechtigden (75%) / ?? (??%) opkomst

Slide 2 - Diapositive

DEMOCRATISERING
1848: 55.728 kiesgerechtigden (1,8% bevolking)
2017: 12.893.466 kiesgerechtigden (75%) 
2021: 13.103.200 kiesgerechtigden (75%) 
KA 35
Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het
politieke proces

Slide 3 - Diapositive

Referendum
Vind je dat je net als de examenleerlingen, dit jaar ook een versoepeld cijferbeleid moet krijgen (4H)?

Slide 4 - Question ouverte

'Democratisering' tot aan 1848
  1. De koning geeft kiesrecht aan de rijke mannen (lees: liberalen).
  2. Uit de Wetenschappelijke Revolutie ontstaat de Verlichting.
  3. De zoon van de laatste stadhouder keert terug naar Nederland en wordt koning Willem I.
  4. Frankrijk en later Napoleon nemen Nederland in
  5. Liberalen zijn het niet eens dat Willem I zeer veel macht krijgt toebedeeld in de grondwet.
  6. Onder druk van Democratische Revoluties vluchten koningen; in de Republiek vlucht de Stadhouder (vader van Willem I).

Slide 5 - Diapositive

Zet hier de nummers neer in de juiste chronologische volgorde.

Slide 6 - Question ouverte

'Democratisering' tot aan 1848
2. Uit de Wetenschappelijke Revolutie ontstaat de Verlichting.
6. Onder druk van Democratische Revoluties vluchten koningen; in de Republiek vlucht de Stadhouder.
4. Frankrijk en later Napoleon nemen Nederland in
3. De zoon van de laatste stadhouder keert terug naar Nederland en wordt koning Willem I.
5. Liberalen zijn het niet eens dat de koning zeer veel macht krijgt toebedeeld in de grondwet.
1. De koning geeft kiesrecht aan de rijke mannen (lees: liberalen).

Slide 7 - Diapositive

Bekijk: https://ap.lc/1zRpZ
1.12-4.10
Oorzaak Grondwet 1848?

Slide 8 - Question ouverte

Bekijk: https://ap.lc/1zRpZ (1.12-4.10)
Welke pol.mts stroming is verantwoordelijk voor de Grondwet van 1848?

Slide 9 - Question ouverte

Oude grondwet (1815) of moderne grondwet (1848)!?
  1. Burgerrechten (gelijkheid en vrijheden van …)
  2. Censuskiesrecht voor Tweede Kamer
  3. Koning kiest en benoemt ministers
  4. Koning is onschendbaar
  5. Koning is opperbestuurder van de koloniën
  6. Koning maakt wetten
  7. Koning mag bij een wetsbehandeling alleen handtekening zetten
  8. Koning mag oorlog maken en vrede sluiten
  9. Ministers zijn verantwoordelijk
  10. Tweede Kamer krijgt veel rechten om ministers te controleren (bv. amendement, budget, onderzoek)

Slide 10 - Diapositive

OUDE GRONDWET 1815

NIEUWE GRONDWET 1848
1
2
3
4
5
6
7
9
10
8

Slide 11 - Question de remorquage

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

In België was er een vergelijkbaar systeem van kiesgerechtigheid als in NL. Hoe democratisch was het rond 1850?

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

Wie mochten (nog) niet stemmen en licht toe waarom niet?

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Diapositive

Wat veranderde er op het gebied van democratisering?

Slide 19 - Question ouverte

Verzin een verklaring verschil aantal kiezers vs. aantal stemmen.

Slide 20 - Question ouverte

Pg. 100, Kern: 2

Slide 21 - Question ouverte

Pg. 100, Kern: 6

Slide 22 - Question ouverte

Pg. 100, HD: 3a

Slide 23 - Question ouverte

Pg. 100, HD: 3b

Slide 24 - Question ouverte

Pg. 100, HD: 5c

Slide 25 - Question ouverte