W.2 Kapitel 2 Geburtstag

• Duits
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

Kapitel 2

Feierst du mit?

 

Pak je boek voor je

Was machen wir heute?

1. Uitleg online les

2. Uitleg opdrachten

3. Wiederholung Grammatik

Zelfstandig aan de slag!

Lernziel: herhaling + uitleg online les

Was machen wir heute?

1. Hören

2. Lesen

3. Wörter
4. Sprechen

Lernziel: herhaling + uitleg online les

Online les

1. Meet - link komt in Magister te staan.

2. Lesson -up zet ik na de les in Google classroom. 

3. Uitleg + oefenen; rest zelfstandig aan de slag. 

4. HW inleveren via Google Classroom

5. Chat vragen stellen

Prüfungen

1. Luistertoets (week 4)

2. Leestoets (week 5)

3. PO (week 4) Over 2 weken

4. Proefwerk Kapitel 2 und 3 (week 11 + 12)

Darf ich auf die Toilette gehen?

PO kwartet

Je gaat met z'n 2en een kwartetspel maken.

- Essen

 - Schulfächer

- Familie 

- Berufe

- Tiere

 - Sänger

- Sport

- Städte in Deutschland

- Kleidung

 - Fußballvereine in Deutschland

Was sollst du machen? 

● 1) Zoek bij elk woord een plaatje.

● 3) Maak 40 kaartjes

● 4) Schrijf op elk kaartje bovenaan de categorie en onderaan de 4 woorden die bij de categorie horen. Onderstreep op elk kaartje 1 woord en plak het plaatje dat bij dat woord hoort op het kaartje. 

An die Arbeit

1. Ga naar je e-mail.

2. Enquête invullen over het leesdossier.

3. Document ''Kwartetspel'' downloaden en delen met degene waarmee je gaat samenwerken. 

Lesedossier 

 Enquête beantwoorden

Deze les moet af: 

Text 4, 5 en 6 afmaken

Hören 

S. 66 Aussprache

Aufgabe 32

Ei= ai (mais)
eu/äu = oi (Ahoi)

S. 66 Aussprache

Aufgabe 33

- Vul de zinnnen aan 

S. 63 Wörter

Aufgabe 27

Schrijf op de 10 kaartjes 10 woorden op die je moeiljk kan onthouden.

S. 62 Geburtstag in Deutschland 

Aufgabe 25 und 26

Versuche den Text ohne Wörterbuch zu lesen!

1. Omcirkel de juiste vertaling.

Aufgabe 26: lees eerst de vraag, beantwoord dan de vragen.

Geburtstag

1. geboren
2. verjaardag

Kuchen

1. keuken
2. taart

gratulieren

1. een cadeau geven
2. feliciteren

manchmal

1. maar
2. soms

S.  65 Lesen

Aufgabe 31

Einladung

1. Lees eerst de vraag.

2. Dan de tekst. 

Einladung

1. inladen
2. uitnodiging

Was - wann - wo

1. wanneer - waar - wat
2. wat - wanneer - waar
3. waar - wat - wanneer

Was wird gefeiert?

1. waar wordt het gevierd?
2. wat wordt gevierd?

S.  68 Schreibecke

Aufgabe 37

Wir feiern das Fest - wij vieren het feest

Ich lade dich ein - ik nodig je uit..

ob du kommen kannst - of je komen kan..

Die Party fängt - het feest begint..

wenn du dabei bist - als je erbij bent..

Die Party ist - het feestje is..

Ich lade dich ein..

1. ik nodig je uit
2. ik laad je in

Het feestje begint

1. Die Party fängt..
2. Wir feiern das Fest

S.  69 Schreibecke

Aufgabe 38

S. 75 gebruiken: zinnen voor de brief.

Liebe Lara/ Lieber Tim,

ich lade dich zu meinem Geburtstag an.. 

Tschüss

Claudia

Wiederholung voltooid deelwoord + Feesttenten

Voltooid deelwoord = ge + stam + t

spielen

1. gespielen
2. gespielt
3. spielt

lernen

1. gelernt
2. gelernen
3. lernt

wohnen

1. gewohnt
2. wohnt
3. gewohnen

Wir (kochen) Nudeln.

1. kocht
2. kochst
3. kochen

Wo (wohnen) ihr?

1. wohnen
2. wohnt
3. wohnst

Was (suchen) du?

1. suchen
2. sucht
3. suchst

Hausaufgaben

Hausaufgaben: Aufgabe 25 + 26 + 31 + 37 + 38 

Iedereen aangemeld op de chat + Classroom?

HW inleveren via classroom