EHBO-herhaling

EHBO
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

EHBO

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe rond je het af?
Online E-learning (theorie)
- Je moet voldoende afgerond hebben voor de praktijkdag
Praktijkexamen
- 3, 10 of 17 februari (dagdeel)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Kan je altijd 112 bellen?
A
Nee, ik moet beltegoed hebben.
B
Nee, ik moet een SIM-kaart hebben
C
Nee, ik moet beltegoed + een SIM-kaart hebben
D
Ja, ik kan ALTIJD 112 bellen (met batterij)

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar staat EHBO voor?
A
Eerste hulp Bij Ongevallen
B
Eerste hulp bedrijfsongevallen

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als ik brand signaleer, ren ik als eerste naar
A
De blusdeken
B
De BHV-er
C
De brandmelder
D
De brandblusser

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Er is een ongeluk gebeurd. De airbags zijn niet open gegaan. Wat is goed?
A
Pas op, de airbags kunnen nog open gaan!
B
De airbags kunnen nu niet meer open gaan.

Slide 7 - Quiz

Pas op, de airbags kunnen altijd later nog bij een auto open gaan! Dit gebeurt niet altijd meteen tijdens het ongeluk.
Een man is van zijn ladder afgevallen. Hij ligt op de grond, heeft pijn en zijn hoofd bloedt. De ladder kan om gaan vallen. Wat doe je eerste?
A
112 bellen
B
Het bloed weg vegen
C
De ladder pakken en veilig weg zetten
D
De man laten zitten op een stoel

Slide 8 - Quiz

Als eerste moet je zorgen voor de veiligheid. De ladder is niet veilig en daarom moet je die eerst weg zetten. Anders kan deze op de man of op jou vallen tijdens het geven van de hulp. Kijk daarna of het nodig is om 112 te bellen. Als dat niet hoeft, dan verzorg je de man zelf.
Bewusteloosheid

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je gaat naar binnen bij jouw buurvrouw en zij ligt stil op de grond. Je schudt aan haar schouders, je roept maar ze reageert nergens op.
Wat doe je als eerste?
A
Ademhaling controleren
B
112 (laten) bellen
C
Starten met reanimatie
D
Een kussen onder het hoofd leggen

Slide 10 - Quiz

Als iemand niet reageert, dan moet je meteen 112 (laten) bellen! Roep ook hard om hulp, zodat mensen je mogelijk horen en kunnen komen helpen. Controleer nu de ademhaling. Ademt ze niet, start dan zelf met de reanimatie. Dat zullen de mensen van 112 ook stap voor stap vertellen. 
Een man ligt stil op de grond, hij is gevallen. Hij ligt op zijn buik en beweegt niet. Zijn hoofd en arm zijn kapot. Wat doe je als eerste?
A
Je kijkt of hij bewusteloos is (reageert hij op jou?)
B
Je draait de man op zijn rug.
C
Je verzorgt zijn hoofd en arm.
D
Je legt jouw jas onder zijn hoofd.

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kijk naar het plaatje. Iemand ligt bewusteloos op de grond.
Wat moet je doen?
A
Op veilige afstand wachten en kijken
B
112 bellen
C
De auto wegrijden
D
De man zo snel mogelijk naar binnen brengen

Slide 12 - Quiz

Je ziet dat iemand niet reageert en je ziet dat het een ongeluk is. Dan moet je meteen 112 bellen! Verplaatsen mag niet, de situatie is niet onveilig want de auto staat stil. Je hebt geen tijd om je handen te wassen en je moet meteen helpen/iets doen, dus wachten en kijken heeft ook geen zin.
Iemand ligt op de grond en is bewusteloos. Wat hoef je NIET te doen?
A
Luister naar degene die je hebt gebeld (112)
B
Probeer zelf rustig te blijven (geen paniek)
C
Kijk of iemand "wakker" wordt en controleer de ademhaling
D
Kijk of iemand kan eten of drinken

Slide 13 - Quiz

Als iemand bewusteloos is, is het belangrijk dat diegene weer "wakker" wordt en ook dat diegene blijft ademen. Je moet altijd zelf rustig blijven. Als je 112 hebt gebeld, dan helpt de assistent/dokter jou, hij/zij zegt precies wat je moet doen. Als er iets verandert, bijvoorbeeld de persoon stopt met ademen, dan moet je dat meteen zeggen!
1

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:23
Wat moet de hulpverlener nu doen?
A
Hem vasthouden zodat hij niet van de tafel valt
B
Hem op de grond leggen
C
Hem naar de huisarts brengen
D
112 bellen

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:32
Wat moet de hulpverlener nu doen?
A
Slachtoffer reanimeren
B
Slachtoffer in stabiele zijligging leggen
C
Slachtoffer laten liggen zoals hij ligt
D
Slachtoffer op de buik draaien

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe reanimeer je een volwassen persoon?
A
eerst 2 beademingen en dan 15 borstcompressies
B
eerst 15 borstcompressies en dan 1 beademing
C
eerst 30 borstcompressies en dan 2 beademingen
D
eerst 2 beademingen en dan 30 borstcompressies

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Vidéo

Tijdens de video worden de stappen voorgedaan in de klas. 30 keer hartmassage, 2 keer beademen. Blijf dit afwisselen.
Huidwond

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je collega heeft een schaafwond. Wat moet je doen? Zet de plaatjes in de goede volgorde.
A
4-3-2-1
B
3-4-1-2
C
3-4-2-1
D
2-4-3-1

Slide 21 - Quiz

Let erop dat je het schoon spoelt met lauw water, niet ijskoud water.
Mark is met de fiets gevallen op de grond. Hij heeft een schaafwond. Wat moet je eerst doen?
A
Een pleister op de wond plakken
B
De wond onder lauw stromend water houden
C
Desinfectans erop doen
D
Een verband er omheen

Slide 22 - Quiz

Altijd eerst de wond schoon spoelen. Daarna maak je de omgeving van de wond voorzichtig droog en als het nodig is, dan kan er een verbande op met een gaas eronder zodat het niet vast plakt. Het is beter om de wond aan de lucht te laten drogen. Let erop dat je werkt met handschoenen i.v.m. infecties.
Een snelverband aanleggen

Slide 23 - Diapositive

Demonstreren hoe je een verband aanlegt. Leerlingen ook samen laten oefenen. 
Een drukverband aanleggen

Slide 24 - Diapositive

Demonstreren hoe je een drukverband aanlegt en oefenen met de leerlingen.
Bloeding

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2

Slide 26 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:22
Wat moet hij nu tegen haar zeggen?
A
Knijp je neus goed dicht
B
Haal je neus eerst goed op
C
Snuit je neus eerst even
D
Stop de zakdoek maar in je neus

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

00:50
Hoelang moet de neus worden dichtgeknepen?
A
1 minuut
B
2 minuten
C
5 minuten
D
10 minuten

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Brandwond

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


A
Eerstegraads brandwond
B
Tweedegraads brandwond
C
Derdegraads brandwond

Slide 30 - Quiz

  • eerste graads = rode, pijnlijke huid. 
  • tweede graads = rode, erg pijnlijke huid met blaren.
  • derde graads = wit/beige/bruine huid, beetje leerachtig.  Weinig pijn. 
  • vierde graads = dit komt zelden voor, dit is verkoling van de huid. De huid is dan echt weg.
  • Je koelt de huid met lauw water!
Wat is NIET WAAR over brandwonden?
A
Je moet 10-20 minuten koelen met lauw water
B
Je moet vastzittende kleding nathouden
C
Je moet de sieraden afdoen als dat kan
D
Je moet 10-20 minuten koelen met ijs

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Iets kneuzen of breken

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ben is gevallen in de tuin. Hij kan niet opstaan en zijn been heeft een onnatuurlijke stand.
Wat is er waarschijnlijk aan de hand?
A
Gebroken
B
Gekneusd
C
Geschaafd
D
Een inwendige bloeding

Slide 33 - Quiz

Als iets een verkeerde kant op staat en iemand kan het niet bewegen of er op leunen, dan is het vaak gebroken. Beweeg iemand niet! Bel eerst naar de huisarts/huisartsenpost en vraag wat je moet doen.
Wat moet je NIET DOEN als een voet misschien gekneusd of gebroken is?
A
De pijnlijke voet van de ander bewegen
B
Koelen met ijs (met een doek ertussen)
C
De schoen aan de voet laten zitten
D
Een steuntje (tas of opgevouwen jas) onder de voet leggen

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verslikking

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kijk naar het plaatje. Iemand verslikt zich. Hoesten helpt niet. Zet de plaatjes in de goede volgorde.
A
4-3-1-2
B
4-1-2-3
C
4-2-3-1
D
1-2-3-4

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mohammad verslikt zich in een nootje. Zijn vriend probeert hem te laten hoesten, maar dat lukt niet. Wat doe je dan?
A
112 bellen
B
5 stoten op de rug geven
C
5 buikstoten geven
D
water laten drinken

Slide 37 - Quiz

Als hoesten niet helpt, geef dan eerst 5 stoten (slaande beweging van onder naar boven tussen de schouderbladen) op de rug. Werkt dat ook niet, dan doe je buikstoten (ook wel bekend als de greep van Heimlich). Als het dan nog steeds niet werkt, dan moet je meteen 112 bellen. 
Uitleg rugstoten

Slide 38 - Diapositive

De rugstoten worden voorgedaan in de klas.
Uitleg buikstoten

Slide 39 - Diapositive

De buikstoten worden voorgedaan in de klas.
Vergiftiging 

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je buurmeisje van 2 jaar heeft een slok wasmiddel gedronken. Wat doe je?
A
Melk laten drinken
B
Boter laten eten
C
De huisarts bellen
D
Met haar naar het ziekenhuis gaan

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je neefje heeft een
batterijtje ingeslikt.
Wat moet je doen?
A
Niets, dat kan geen kwaad
B
De huisarts bellen
C
Proberen om hem te laten overgeven
D
Water laten drinken

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 43 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Meer weten?                              

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vond je van deze les?
Wel leuk, maar niet leerzaam
Niet leuk, maar wel leerzaam
Niet leuk en niet leerzaam
Wel leuk en wel leerzaam

Slide 45 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions