Chapitre 2, 1V,/G J'adore ça,

Chapitre 2, 1V,/G J'adore ça,
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Chapitre 2, 1V,/G J'adore ça,

Slide 1 - Diapositive

Remplis le verbe:
Vous (aider)..............ma copine?

Slide 2 - Question ouverte

Wat weet je over het regelmatige werkwoord op -er?

Slide 3 - Carte mentale

Remplis le verbe:
Tu (demander)...........le menu du jour?

Slide 4 - Question ouverte

schrijf het rijtje van'parler' op:

Slide 5 - Question ouverte

Remplis le verbe:
Nous (parler)..............avec le serveur.

Slide 6 - Question ouverte

Remplis le verbe:
Mes parents (travailler)..............dans un café.

Slide 7 - Question ouverte

Remplis le verbe:
J'(oublier)...........souvent l'adresse.

Slide 8 - Question ouverte

traduis:
(Wij vragen)..........l'addition?

Slide 9 - Question ouverte

parler
manger
après
dans
la pizza
de ham
de kaas
payer
il fait chaud
je comprends
het vlees
les toilettes (v mv)
in
praten
ik begrijp het
het is warm
de wc
la viande
eten
na, daarna
de pizza
le fromage
le jambon
betalen

Slide 10 - Question de remorquage

le restaurant
la carte
l'addition
je prends
la glace
pour moi
le sandwich
commencer
de thee
de salade
le coca
een hekel hebben aan
ik neem
het restaurant
la salade
le thé
détester
de cola
de (menu)kaart
de rekening
het ijs(je)
het (belegde) broodje
voor mij
beginnen

Slide 11 - Question de remorquage

le poisson
c'est bon
bon appétit
adorer
préférer
inviter
rentrer
de vriend, de vriendin
il y a 
organiser
j'ai soif
encore
dol zijn op
de vis
organiseren
er is, er zijn
nog (meer)
ik heb dorst
het is lekker
eet smakelijk
liever hebben
naar huis gaan
uitnodigen
l'ami, l'amie

Slide 12 - Question de remorquage

d'accord
je ne sais pas
l'enfant 
la plage
importante(e)
demain
maintenant
le problème
le supermarché
de afspraak
célèbre
c'est qui
het strand
oke
le rendez-vous
de (super)markt
wie is dat
beroemd
ik weet het niet
het kind
belangrijk
nu
morgen
het probleem

Slide 13 - Question de remorquage

j'ai besoin de
aider
chercher
regarder
trouver
aimer
mais
met
beaucoup
hoeveel
le magasin
altijd
bekijken
ik heb nodig
combien
veel
toujours
de winkel
helpen
zoeken
vinden
maar
houden van
avec

Slide 14 - Question de remorquage

Slide 15 - Question de remorquage

les vêtements
de kleding

Slide 16 - Question de remorquage

Slide 17 - Question de remorquage

Slide 18 - Question de remorquage

Rempli les verbe:
On (regarde)...........la carte.

Slide 19 - Question ouverte