1.2 opdr. 41-44

Welkom klas 4A!
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom klas 4A!

Slide 1 - Diapositive

Welke signaalwoorden ken je?

Slide 2 - Carte mentale

Welke tekstverbanden ken je?

Slide 3 - Carte mentale

Herhaling: tekstverbanden
In teksten hebben woorden, zinnen en alinea's met elkaar te maken. Je kunt een tekst pas goed begrijpen, als je de verbanden in de tekst ziet. Signaalwoorden zijn speciale woorden die je helpen om een bepaald verband te signaleren.

Slide 4 - Diapositive

Welk woord hoort op de stippellijntjes?

In een tekst zijn er ... tussen woorden, zinnen en alinea's.
A
leestekens
B
teksten
C
verbanden
D
regels

Slide 5 - Quiz

Hoe noem je woorden die wijzen op een verband tussen zinnen of alinea's?
A
trefwoorden
B
synoniemen
C
signaalwoorden
D
uitdrukkingen

Slide 6 - Quiz

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden 'maar', 'toch' en 'echter'?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
reden
D
conclusie

Slide 7 - Quiz

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden 'want' en 'omdat'?
A
opsomming
B
conclusie
C
tegenstellling
D
reden

Slide 8 - Quiz

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden 'daardoor' en 'zodat'?
A
oorzaak-gevolg
B
opsomming
C
conclusie
D
tegenstelling

Slide 9 - Quiz

Om welk tekstverband gaat het hier?
"Ik kreeg een hapje en een drankje."
A
reden
B
opsomming
C
oorzaak-gevolg
D
tegenstelling

Slide 10 - Quiz

In welke zin wijzen de signaalwoorden op een volgorde in tijd?
A
Ik wil langskomen. Ik heb echter geen tijd.
B
Eerst ga ik sporten, daarna kom ik langs.
C
Ik heb tijd om langs te komen en ook veel zin.
D
Ik kom langs, omdat ik daar veel zin in heb.

Slide 11 - Quiz

Opdracht 1 - Lees de tekst en beantwoord daarna vragen.
Bromfiets gestolen
In de nacht van dinsdag op woensdag drongen onbekenden binnen in een woning langs de Koningin Astridlaan. Ze forceerden eerst de garagepoort en gingen toen aan de haal met de bromfiets. 

Slide 12 - Diapositive

Welke twee signaalwoorden zitten er in zin 2?
Bromfiets gestolen
In de nacht van dinsdag op woensdag drongen onbekenden binnen in een woning langs de Koningin Astridlaan. Ze forceerden eerst de garagepoort en gingen toen aan de haal met de bromfiets. 
A
ze - aan
B
aan - met
C
toen - haal
D
eerst - toen

Slide 13 - Quiz

Om welk tekstverband gaat het in zin 2?

Bromfiets gestolen
In de nacht van dinsdag op woensdag drongen onbekenden binnen in een woning langs de Koningin Astridlaan. Ze forceerden eerst de garagepoort en gingen toen aan de haal met de bromfiets. 
A
volgorde in tijd
B
opsomming
C
reden
D
conclusie

Slide 14 - Quiz

Lees de tekst.
Misschien vind je het al een kunst om met chopsticks te eten, maar in een sushirestaurant met mes en vork eten is wel een beetje uit den boze. Mocht je goed overweg kunnen met de eerstokjes, zorg dan niet dat je ze tegen elkaar wrijft. Je beledigt hiermee namelijk de chef, omdat dit voor hen betekent dat het servies goedkoop is. Vind je het nou toch een gedoe, eet je sushi dan gewoon met je handen.

Slide 15 - Diapositive

Welk geel signaalwoord in de tekst wijst op een tegenstelling?

Misschien vind je het al een kunst om met chopsticks te eten, maar in een sushirestaurant met mes en vork eten is wel een beetje uit den boze. Mocht je goed overweg kunnen met de eerstokjes, zorg dan niet dat je ze tegen elkaar wrijft. Je beledigt hiermee namelijk de chef, omdat dit voor hen betekent dat het servies goedkoop is. Vind je het nou toch een gedoe, eet je sushi dan gewoon met je handen.
Misschien vind je het al een kunst om met chopsticks te eten, maar in een sushirestaurant met mes en vork eten is wel een beetje uit den boze. Mocht je goed overweg kunnen met de eerstokjes, zorg dan niet dat je ze tegen elkaar wrijft. Je beledigt hiermee namelijk de chef, omdat dit voor hen betekent dat het servies goedkoop is. Vind je het nou toch een gedoe, eet je sushi dan gewoon met je handen.
A
maar
B
omdat

Slide 16 - Quiz

Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord 'omdat'?
Hint: het tekstverband begint met de letter R.

Slide 17 - Question ouverte

Samen lezen: tekst 11
Neem blz. 36 & 37 voor je neus. 

We lezen samen de tekst:
Verkooppraatjes aan de deur

Slide 18 - Diapositive

Maken: opdracht 41 - 44
Neem blz. 37 + 38 voor je neus.
De opdrachten zijn af voor de bel gaat (09.50)
De volgende les kijken we het werk na. 

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo