Quiz Hackathon SMARTCirculair

Quiz Hackathon SMARTCirculair
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Applicatie- en mediaontwikkelaarMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Quiz Hackathon SMARTCirculair

Slide 1 - Diapositive

Waar gebruik je thuis geen energie voor?
A
De wc doorspoelen
B
Je telefoon opladen
C
Koken

Slide 2 - Quiz

Wat is ‘overshoot day’?
A
Internationale dag om de plastic soep op te ruimen
B
Dag dat een land zijn jaarlijkse natuurlijke hulpbronnen heeft verbruikt
C
De internationale dag waarop het overtollig wild wordt afgeschoten

Slide 3 - Quiz

Wanneer was dit jaar de Overshoot Day in Nederland?
A
1 april 2024
B
10 april 2024
C
15 mei 2024

Slide 4 - Quiz

Welk vervoermiddel is het beste voor het klimaat?
A
De metro
B
De bus
C
De auto

Slide 5 - Quiz

Wat veroorzaakt het broeikaseffect?
A
Zware regenbuien
B
Stikstof
C
Koolstofdioxide

Slide 6 - Quiz

Wat betekent de afkorting NEN in de bouw?
A
Nederlandse Energie Norm
B
Nederlandse Norm
C
Nederlandse Expertise Norm

Slide 7 - Quiz

Wat is de afkorting van FSC?
A
Forest Sustainability Code
B
Forest Stewardship Council
C
Forestry Standards Council

Slide 8 - Quiz

Wat betekent de term ‘R-waarde’ bij isolatiemateriaal?
A
De vochtbestendigheid
B
De geluidsdichtheid
C
De warmteweerstand

Slide 9 - Quiz

Wat is het belangrijkste principe van circulair bouwen?
A
Minimaal energieverbruik voor gebouwverwarming
B
Materialen en grondstoffen zo lang mogelijk in de kringloop houden
C
Gebouwen zo snel mogelijk afbreken en opnieuw bouwen

Slide 10 - Quiz

Wat wordt bedoeld met ‘losmaakbaarheid’ in circulair bouwen?
A
Eenvoudig demonteerbare onderdelen voor hergebruik.
B
Het verlengen van de levensduur van een gebouw
C
Gebouwen ontwerpen zonder dragende muren.

Slide 11 - Quiz

Welke van de volgende omschrijvingen past het best bij upcycling?
A
Het verwerken van oude materialen tot grondstoffen
B
Het maken van nieuwe, betere producten van afvalmaterialen
C
Het verbranden van afval om energie op te wekken

Slide 12 - Quiz

Wat betekent de term ‘urban mining’ in de bouw?
A
Het verbouwen van voedsel in stedelijke gebieden
B
Het winnen van metalen uit voormalige stortplaatsen
C
Materialen en onderdelen winnen uit bestaande gebouwen.

Slide 13 - Quiz

Welke methode is het meest geschikt om donormaterialen uit een gebouw te hergebruiken?
A
Het gebouw wordt gesloopt, alleen staal wordt gerecycled
B
Zorgvuldige ontmanteling voor hergebruik van o.a. hout en glas
C
Materialen worden gecrunched en zo gebruikt voor energieterugwinning

Slide 14 - Quiz

Hoe wordt de levenscyclus van een gebouw verlengd bij circulair bouwen?
A
Door flexibele ontwerpmethoden en modulaire bouw
B
Door alleen nieuwe, kwaliteitsmaterialen te gebruiken
C
Door het minimaliseren van onderhoud en renovaties

Slide 15 - Quiz

Welk certificeringssysteem wordt vaak gebruikt om de circulaire economie in de bouw te bevorderen?
A
BREEAM
B
LEED
C
Beide opties

Slide 16 - Quiz

Wat staat de afkorting BREEAM voor?
A
Building Research Establishment Environmental Assessment Method
B
Best Renewable Energy Efficient Architecture Model
C
Building Resource Efficient Assessment Method

Slide 17 - Quiz

Wat betekent de afkorting LEED?
A
Leadership in Energy and Environmental Design
B
Local Energy Efficiency Design
C
Low Emission Energy Development

Slide 18 - Quiz

Wat staat de afkorting CE voor bij bouwmaterialen?
A
Circulaire Economie
B
Constructie Evaluatie
C
Conformité Européenne

Slide 19 - Quiz

Wat betekent de term 'levenscyclusanalyse' (LCA) in de context van circulair bouwen?
A
Het analyseren van de constructietijd van een gebouw
B
Beoordeling van de milieu-impact van een product via levenscyclusanalyse
C
Het meten van de energieproductie van een gebouw

Slide 20 - Quiz

Wat is het doel van 'selectieve ontmanteling' bij circulair bouwen?
A
Het terugwinnen van waardevolle materialen voor hergebruik
B
Het minimaliseren van afval
C
Het vernietigen van alle materialen voor energieterugwinning

Slide 21 - Quiz

Wat is de functie van een bouwkundige ontwerper?
A
Het uitvoeren van constructiewerkzaamheden
B
Het maken van technische tekeningen en ontwerpen voor een gebouw
C
Het coördineren van de inkoop van bouwmaterialen

Slide 22 - Quiz

Wat is de belangrijkste functie van een bouwplaatsinrichting?
A
Het verbeteren van de esthetiek van de bouwplaats
B
Het organiseren van de werkruimte voor efficiëntie en veiligheid
C
Het verminderen van de kosten van bouwmaterialen

Slide 23 - Quiz

Welke eigenschap maakt kurk een aantrekkelijk duurzaam bouwmateriaal?
A
Het is niet brandbaar
B
Het is makkelijk te krijgen als bouwmateriaal
C
Het heeft uitstekende isolerende eigenschappen en is hernieuwbaar

Slide 24 - Quiz