H3 klimaten

Klimaatzones
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Klimaatzones

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
  • Ik kan het verschil uitleggen tussen weer en klimaat. 
  • Ik ken de 5 klimaatzones.

Slide 2 - Diapositive

Lesactiviteiten
  • Uitleg over het weer en klimaat
  • Uitleg over de 5 klimaatzones.
  • Aan het werk: maak een poster 
  • Eerst wat vragen over het klimaat en het weer 

Slide 3 - Diapositive

Het weer = ?

Slide 4 - Carte mentale

Het klimaat = ?

Slide 5 - Carte mentale

Wat is het verschil tussen het weer en het klimaat?

Slide 6 - Question ouverte

Wat meet je als je "het weer" wilt bepalen?
A
Warmte en de kou
B
Warmte, regen en wind
C
Hoeveel graden het is over lange tijd
D
Warmte en de temperatuur

Slide 7 - Quiz

Hoe kun je het klimaat van een gebied bepalen?
A
Je meet de warmte, neerslag en de wind
B
Je meet hoe warm het is gedurende 1 jaar
C
Je meet het weer over lange tijd
D
Je kijkt naar de zomer- en wintertemperauur

Slide 8 - Quiz

De klimaatzones

Slide 9 - Diapositive

Poolklimaat
  • Het hele jaar is het er koud. 
  • Er is het hele jaar neerslag; meestal sneeuw.
  • Er groeit alleen wat mos of grassen. 

Slide 10 - Diapositive

Zeeklimaat
  • Koele zomers en warme winters
  • Hele jaar neerslag
  • Je hebt 4 seizoenen

Slide 11 - Diapositive

Landklimaat
  • Er zijn koude winters en hete zomers
  • Er zijn 4 seizoenen.

Slide 12 - Diapositive

Tropisch klimaat
  • Het is er altijd warmer dan 18 graden
  • Er is veel regen of je hebt er het regenseizoen.

Slide 13 - Diapositive

Woestijnklimaat
  • Het is er heel droog
  • Het is er heel erg warm.

Slide 14 - Diapositive


A
Droog klimaat
B
Poolklimaat
C
Gematigd klimaat
D
Tropisch klimaat

Slide 15 - Quiz


A
Poolklimaat
B
Tropisch klimaat
C
Droog klimaat
D
Gematigd klimaat

Slide 16 - Quiz


A
Droog klimaat
B
Tropisch klimaat
C
Poolklimaat
D
Gematigd klimaat

Slide 17 - Quiz


A
tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Pool klimaat
D
Landklimaat

Slide 18 - Quiz

Welk klimaat heeft Nederland?

Slide 19 - Question ouverte

klimaatgrafieken
  • Maanden van het jaar.
  • Neerslag
  • temperatuur

Slide 20 - Diapositive

poolklimaat
  • Het hele jaar is het er koud.
  • Het hele jaar valt er neerslag, meestal sneeuw. 
  • Er groeien alleen wat mossen of grassen. 

Slide 21 - Diapositive

zeeklimaat
  • Koele zomers en warme winters
  • Het hele jaar neerslag. 
  • er groeien vooral loofbomen. 
  • Je hebt 4 seizoenen. 

Slide 22 - Diapositive

landklimaat
  • Er zijn koude winters en hete zomers.
  • Er zijn 4 seizoenen.
  • Er groeien loofbomen en naaldbomen. 

Slide 23 - Diapositive

tropisch klimaat
  • Het is er altijd warmer dan 18 graden
  • Er is veel regen of je hebt er het regenseizoen.
  • Er groeit tropisch regenwoud of grassen, struiken en loofbomen.

Slide 24 - Diapositive

woestijn klimaat
  • Het is er heel droog.
  • Het is er heel erg warm.
  • Er groeien allen struiken en planten die goed tegen de hitte kunnen.

Slide 25 - Diapositive

Aan het werk
Maak een poster over een klimaat van een land naar keuze 

timer
1:00

Slide 26 - Diapositive