3.2.1 Paragraaf 3 serie- en parallelschakelingen + weerstand deel 2

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Paragraaf 3 deel 2

wet van ohm gemiddeld

R1 = 240 ohm

R2 = 10 ohm

(Serie)

U = 6V

Rt = R1 + R2 

Rt = 240 + 10 = 250 ohm

I = U / R 

I = 6 / 250 = 0,024A

vervangingsweerstand basis

R1 = 150kohm = 150.000 ohm

R2 = 47kohm = 47.000 ohm

(Parallel)

Rt = ? Ohm

1 / Rt = 1 / R1 + 1 / R2

1 / Rt = 1 / 150.000 + 1 / 47.000

( 1 / Rt = 0,00002794...)

Rt = 1 / 0,00002794 = 35786,8.... ohm (= 36kohm)

weerstand beredenatievragen

Lamp met de grootste weerstand (R)

Weerstand reken je uit met:

R = U / I 

Aangezien U voor beide lampen gelijk is (netspanning = 230V), is I bepalend voor de grootte van de weerstand. Hoe kleiner I, des te groter is R.

Van beide lampen staat het vermogen gegeven. Vermogen reken je uit met: P = U x I 

U is voor beide Lampen constant. I moest klein zijn voor een grote R. Wanneer je  P = U x I invult met een kleine I, dan krijg je een kleine P. De lamp met het kleinste vermogen is de LED-lamp.

C

Uitleg:

Zonder de vaste weerstand zou er maar 1 weerstand zijn, namelijk de variabele weerstand. Deze kun je instellen op een weerstand van 0 ohm. Maar dit heeft als gevolg dat de stroom niet geremd wordt en de schakeling heel heet kan worden (kans op brand of doorgebrande apparatuur)

Zonder de extra vaste weerstand zou de totale weerstand te laag zijn, waardoor de stroom niet geremd wordt en er een te grote stroom door de LED zou lopen. Deze brand dan kapot.

Zie voorgaande antwoorden. Zonder vaste weerstand kan de totale weerstand te laag zijn, de stroom te groot worden en is er kans op brand of defecte apparatuur.

B

Minder dan

Groter

3 weerstandjes worden serie geschakeld. R1 = 25 OHM, R2 = 110 OHM en R3 = 68 OHM. Bereken de vervangingsweerstand in OHM. Alleen getal noteren.

Wanneer je in een serieschakeling meer weerstanden toevoegd, dan wordt de totale weerstand steeds ....

1. Groter
2. Kleiner

3 weerstandjes worden parallel geschakeld. R1 = 25 OHM, R2 = 110 OHM en R3 = 68 OHM. Bereken de vervangingsweerstand in OHM. Alleen getal noteren. Rond af op hele getallen geen decimalen.

Wanneer je in een parallelschakeling meer weerstanden toevoegd, dan wordt de totale weerstand steeds ....

1. Groter
2. Kleiner

Bereken de totale stroomsterkte in ampere. Rond af op 1 decimaal. Alleen getal noteren, (Bereken eerst Rt)

Bereken R2 in ohm. Rond af op 1 decimaal. Alleen getal noteren, (Bereken eerst Rt)

Bereken I3 in ampere. Alleen getal noteren. Rond af op 2 decimalen. (Tip wat is er constant bij parallelschakelingen?)

Bereken U2 in volt. Alleen getal noteren.

Ut is 24V. Bereken R1 in ohm. Alleen getal noteren.

UT is 24V. Bereken It in ampère. Alleen getal noteren. Rond indien nodig af op 1 decimaal. (Tip bereken eerst I3)