Grammatica zinsdelen: hoofdstuk 4 (foutieve beknopte bijzin)

Formuleren
Hoofdstuk 3: foutieve beknopte bijzin
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Formuleren
Hoofdstuk 3: foutieve beknopte bijzin

Slide 1 - Diapositive

Programma 

  • 10 minuten stil lezen
  • uitleg foutieve beknopte bijzin
  • opdrachten maken


Slide 2 - Diapositive

Stil lezen
P
timer
10:00
Pak je boek
Laptop dicht
Lezen in stilte

Slide 3 - Diapositive

Lesdoel 

Aan het einde van deze les weet je wat een foutieve beknopte bijzin is, kun je deze herkennen en ken je twee manieren om de foutieve beknopte bijzin te verbeteren.


Slide 4 - Diapositive

Beknopte bijzin

Een beknopte bijzin is een bijzin zonder onderwerp en persoonsvorm. Het 'denkbeeldige' onderwerp van de beknopte bijzin moet wel hetzelfde zijn als het onderwerp van de hoofdzin. 

Slide 5 - Diapositive

Vind de beknopte bijzin met het voltooid deelwoord.
A
Na te zijn beroofd deden de toeristen aangifte.
B
De dag waarop hij was verdwenen, belden zijn ouders de politie.
C
Gearriveerd op Schiphol, zocht zij een hotel.

Slide 6 - Quiz

Vind de beknopte bijzin met het onvoltooid deelwoord.
A
Dromend over zijn toekomst viel hij in slaap.
B
Na te hebben gegeten ruimde zij de tafel af.
C
Al meerdere keren gewaarschuwd, reed hij toch weer te hard.

Slide 7 - Quiz

Vind de beknopte bijzin met ‘te + infinitief’

A
De stemming goed aanvoelend sloot Elsbeth de vergadering.
B
Na te zijn opgenomen in het hospitaal ontving zij kaartjes.
C
De portemonnee, gevonden op straat, bleek leeg te zijn.

Slide 8 - Quiz

Bekijk de volgende beknopte bijzin. Waarom is deze fout? "Na een uur in de oven te hebben gestaan, smulden de gasten van de taart."

Slide 9 - Question ouverte

verzwegen onderwerp
Het onderwerp is ‘verzwegen’ --> verzwegen onderwerp kun je meestal afleiden uit de hoofdzin!

voorbeeld:
Dromend over zijn toekomst (bekn. bz.) viel Camiel in slaap. 
Verzwegen onderwerp = Camiel

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Theorie foutieve beknopte bijzin
Je kunt met een beknopte bijzin gemakkelijk een fout maken, wanneer je het verzwegen onderwerp uit het oog verliest.

Na het probleem te hebben besproken, kwam de tram aanrijden. 

Uit de hoofdzin blijkt dat de tram het onderwerp is. Dat moet ook het verzwegen onderwerp in de beknopte bijzin zijn. En dat is in de eerste zin niet het geval: een tram bespreekt geen problemen. Die zin is dus grammaticaal fout.

Slide 12 - Diapositive

Foutieve beknopte bijzin
Het onderwerp van de beknopte bijzin moet dus hetzelfde zijn als de hoofdzin. 

Aangekomen op het vakantieadres meldde mijn vader zich aan de balie.

Deze zin klopt, want het onderwerp van de beknopte bijzin is 'mijn vader' en dat is hetzelfde onderwerp als de hoofdzin. 


Slide 13 - Diapositive

Is deze zin juist?
Om vroeg op vakantie te kunnen gaan, vertrok de helikopter van de president al om 7 uur.
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Is deze zin juist?
Lopend door het hete woestijnzand kregen de zwaarbeladen ezels al snel dorst.
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Is deze zin juist?
Een kwartier te laat gearriveerd, was de voorstelling natuurlijk al begonnen.
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Liggend op zijn badmat las Achmad zijn dagblad.
A
goede beknopte bijzin
B
foutieve beknopte bijzin

Slide 17 - Quiz

Bij school aangekomen, bleken zijn boeken nog thuis te liggen.
A
Beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 18 - Quiz

Dromend van zijn vriendin liep hij tegen een lantaarnpaal.
A
beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 19 - Quiz

Kijkend uit het raam, viel plotseling een dakpan naar beneden.
A
foutieve beknopte bijzin
B
beknopte bijzin

Slide 20 - Quiz

Op onze vakantiebestemming aangekomen, vielen de mussen van het dak.
A
Beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 21 - Quiz

Hoe verbeter je een foutieve beknopte bijzin?
  1. Verander de beknopte bijzin in een gewone bijzin met een persoonsvorm en een onderwerp.

  2. Verander de hoofdzin en vul daar het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin in.

Slide 22 - Diapositive

Maken
Hoofdstuk 3 | Grammatica | Beknopte bijwoordelijke bijzinnen controleren. Maken:
Opdracht 1: Per zin 3 stappen: 
a. Noteer onderwerp van de hoofdzin.  ow (hz)
b. Noteer denkbeeldig onderwerp van bekn. bijzin. ( denkb. ow (bz)
c. Stel vast of zin goed of fout is en schrijf dat op.

Slide 23 - Diapositive

Ik weet nu wat een foutieve beknopte bijzin is
JA!
Een beetje
Nee, ik moet nog meer oefenen

Slide 24 - Sondage

Ik ken nu twee manier om foutieve beknopte bijzinnen te verbeteren.
JA!
Een beetje
Nee, ik moet nog meer oefenen

Slide 25 - Sondage

Welke vragen heb je nog na deze les? Waar wil je nog extra uitleg over?

Slide 26 - Question ouverte