Kapitel 6 en 7 quiz

Kapitel 6 und 7


Ga in groepjes van 3 of 4 zitten!

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Kapitel 6 und 7


Ga in groepjes van 3 of 4 zitten!

Slide 1 - Diapositive

Diese Übung ist überhaupt nicht schwierig, sie ist eigentlich leicht.

Wat betekent schwierig?
A
Makkelijk
B
moeilijk
C
groot
D
licht

Slide 2 - Quiz

Was ist die richtige Übersetzung?

Er möchte (voetballen)_____________.
A
Fußballen
B
Fußball machen
C
Fußball spielen
D
Fussball spielen

Slide 3 - Quiz

Übersetze den Satz:
Mein Hobby ist Musik hören und Gitarre spielen.

Slide 4 - Question ouverte

Vertaal de zin naar het Duits:
Ik vind naar het zwembad gaan leuk.

Slide 5 - Question ouverte

(machen)__________ Kasper auch mit?
A
Machen
B
Machst
C
Mache
D
Macht

Slide 6 - Quiz


(arbeiten)_________ du auch sonntags?
A
Arbeitest
B
Arbeite
C
Arbeitst
D
Arbeiten

Slide 7 - Quiz

Verbinde die Wörter!
finden
findest
findet

du

wir

sie

Slide 8 - Question de remorquage

Das Fenster ist offen!

Wat betekent Fenster?
A
vensterbank
B
raam
C
TV
D
plant

Slide 9 - Quiz

Was ist die richtige Übersetzung?

Das Haus hat eine große (douche)_______.
A
Doesche
B
Dusche
C
dusche
D
doesche

Slide 10 - Quiz

Übersetze den Satz:
Das Haus hat ein kleines Wohnzimmer.

Slide 11 - Question ouverte

Vertaal de zin naar het Duits
De boerderij is groot en rood.

Slide 12 - Question ouverte

Verbinde die Wörter!
das
die
der
onzijdig
Vrouwelijk
Mannelijk

Slide 13 - Question de remorquage

Ist das (jouw)_______ Auto?
A
dein
B
deine

Slide 14 - Quiz

Hast du (een)_______ Freundin?
A
ein
B
eine

Slide 15 - Quiz

(Onze)_______ Eltern sind nicht zuhause.
A
unsere
B
unser

Slide 16 - Quiz

Hoe schrijf je zwart in het Duits?

Slide 17 - Question ouverte

Hoe schrijf je geel in het Duits?

Slide 18 - Question ouverte

Hoe schrijf je roze in het Duits?

Slide 19 - Question ouverte

Hoe zeg je: ´het appartement´ in het Duits?

Slide 20 - Question ouverte

Hoe zeg je: ´de eengezinswoning´ in het Duits?

Slide 21 - Question ouverte

Hoe zeg je: ´de boerderij´ in het Duits?

Slide 22 - Question ouverte

Wohnen - Kapitel 7

Slide 23 - Carte mentale