Nederlands: Betaalmiddelen leerjaar 3

Nederlands - leerjaar 3
Betaalmiddelen
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Nederlands - leerjaar 3
Betaalmiddelen

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?



  • Theorie
  • Filmpje
  • Vragen bij het filmpje
  • Opdracht

Slide 2 - Diapositive

Betaalmiddelen

Slide 3 - Carte mentale

Betaalmiddelen
Acceptgiro
Automatische incasso
Pinpas
Contant
Creditcard
Internetbankieren
Mobiel betalen
Paypal
Bitcoin?

Slide 4 - Diapositive

Betaalmiddelen
Acceptgiro
Automatische incasso
Chipknip
Contant
Creditcard
iDEAL
Internetbankieren
Mobiel betalen
Paypal
Bitcoin?

Slide 5 - Diapositive

Betaalmiddelen
Acceptgiro
Automatische incasso
Contant
Creditcard
Internetbankieren
Mobiel betalen
Paypal
Bitcoin?

Slide 6 - Diapositive

Betaalmiddelen
Acceptgiro
Automatische incasso
 Pinpas
Contant
Creditcard
Internetbankieren
Mobiel betalen
Paypal
Bitcoin?

Slide 7 - Diapositive

Betaalmiddelen
Acceptgiro
Automatische incasso
Pinpas
Contant
Creditcard
Internetbankieren
Mobiel betalen
Paypal
Bitcoin?

Slide 8 - Diapositive

Betaalmiddelen
Acceptgiro
Automatische incasso
Pinpas
Contant
Creditcard
Internetbankieren
Mobiel betalen
Paypal
Bitcoin?

Slide 9 - Diapositive

Betaalmiddelen
Acceptgiro
Automatische incasso
Pinpas
Contant
Creditcard
Internetbankieren
Mobiel betalen
Paypal
Bitcoin?

Slide 10 - Diapositive

Betaalmiddelen
Acceptgiro
Automatische incasso
Pinpas
Contant
Creditcard
Internetbankieren
Mobiel betalen
Paypal
Bitcoin?

Slide 11 - Diapositive

Betaalmiddelen
Acceptgiro
Automatische incasso
Pinpas
Contant
Creditcard
Internetbankieren
Mobiel betalen
Paypal
Bitcoin?

Slide 12 - Diapositive

Betaalmiddelen
Acceptgiro
Automatische incasso
Chipknip
Contant
Creditcard
iDEAL
Internetbankieren
Mobiel betalen
Paypal
Crypto valuta (onder andere Bitcoin)

Slide 13 - Diapositive

Je betaalt direct met biljetten of munten
A
pincode
B
automatisch betalen
C
contant/cash
D
creditcard

Slide 14 - Quiz

Hiermee kan je betalen in winkels, restaurants en hotels.
Je betaalt het geld niet meteen.
A
acceptgiro
B
contant
C
pinpas
D
creditcard

Slide 15 - Quiz

Hiervoor heb je een pincode nodig en het wordt meteen van je rekening gehaald:
A
creditcard
B
internetbankieren
C
automatisch betalen
D
pinpas

Slide 16 - Quiz

Hiermee geef je de bank opdracht kosten te betalen die steeds terugkomen
A
pinpas
B
automatisch betalen
C
creditcard
D
contact

Slide 17 - Quiz

Met deze pinpas kun je maximaal tot 25 euro (soms is dat bedrag hoger, dat wordt landelijk bepaald) betalen zonder pincode:
A
contactloos betalen
B
creditcard
C
internetbankieren
D
contant

Slide 18 - Quiz

Hiermee kun je online je bankrekening bekijken en rekeningen betalen:
A
creditcard
B
pinpas
C
contactdoos betalen
D
internetbankieren

Slide 19 - Quiz

Een nadeel van contactloos betalen:

A
iedereen kan je pas gebruiken
B
altijd pincode nodig
C
je kan niet meer dan 50 euro pinnen

Slide 20 - Quiz

Een automatische incasso is:

A
je krijgt automatisch geld terug
B
de bank heeft geen toestemming nodig
C
je geeft de bank toestemming automatisch een rekening te betalen
D
je kunt maar 1x betalen

Slide 21 - Quiz

Een voordeel van contactloos betalen:

A
snel
B
altijd veilig
C
hoge bedragen
D
alleen jij kunt het

Slide 22 - Quiz

Wat is geen manier van elektronisch betalen?

A
pinnen
B
contant/cash betalen
C
internetbankieren
D
contactdoos betalen

Slide 23 - Quiz

Voordeel van betalen met een pinpas:

A
ingewikkeld
B
je hoeft geen contant geld bij je te hebben
C
niet veilig

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Vidéo

Wat is een bitcoin?

Slide 26 - Question ouverte

Uit hoeveel letters/cijfers bestaat een bitcoin?
A
4
B
12
C
34
D
40

Slide 27 - Quiz

Wat is er met de eerste bitcoin gekocht?
A
1 pizza
B
2 pizza's
C
1 patatje
D
2 patatjes

Slide 28 - Quiz

Maureen heeft een bitcoin gekocht voor € 10.000 en hij is vandaag € 7.000 waard. Maak Maureen dan winst of verlies als zij hem nu verkoopt?
A
winst
B
verlies
C
allebei
D
Dat weet ze later, ze kan dit niet meteen zien

Slide 29 - Quiz

Klaas heeft 2 bitcoins gekocht voor € 5.500 per stuk. Vandaag zijn ze € 8.000 waard per stuk. Hoeveel winst maakt Klaas als hij ze vandaag verkoopt?
A
€ 3.500
B
€ 2.500
C
€ 7.000
D
€ 5.000

Slide 30 - Quiz

Stel jij krijgt 1 bitcoin wat zou je er dan mee doen?
Hem gelijk uitgeven, of hem bewaren in de hoop dat hij meer waard wordt?
A
Gelijk uitgeven want ik hou niet van sparen
B
bewaren omdat ik wil sparen
C
Gelijk uitgeven want straks wordt hij minder waard
D
bewaren in de hoop dat hij meer waard wordt

Slide 31 - Quiz

Sinds wanneer bestaat de bitcoin?
(Gebruik internet)

Slide 32 - Question ouverte

Wat is de huidige waarde van een bitcoin?
(Gebruik internet)

Slide 33 - Question ouverte

Wat was de hoogste waarde
ooit van een bitcoin (gebruik internet)?

Slide 34 - Question ouverte

Opdracht Bitcoin
Stel je krijgt vandaag 1 bitcoin. Dan is hij ongeveer 43.388,75 euro waard. Waar zou je dat geld aan uitgeven (geef specifiek antwoord)?

Slide 35 - Diapositive

Extra opdracht

Ontwerp je eigen betaalmiddel


Kies uit muntgeld / briefgeld /digitaal betaalmiddel


Hoe zorg je ervoor dat iemand het niet kan namaken of vervalsen?

Slide 36 - Diapositive