2e kw Hw-3 Quizz Les 5
1 / 22
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Welke van onderstaande maatregelen helpen NIET om de autonomie van een batterij te verhogen?
A
Voeg meer werkgeheugen toe
B
Verlaag de helderheid van het beeldscherm.
C
Schakel alle services en programma's uit
D
Schakel de draadloze netwerkadapter uit.
Slide 2 - Quiz
Je kan de autonomie van een batterij verhogen door sommige instellingen in het besturingssysteem aan te passen.
A
De stelling is juist
B
De stelling is onjuist
Slide 3 - Quiz
Indien je je laptop niet gebruikt met de batterij, kan je die verwijderen en wegleggen. Wat doe je het best ermee
A
een koele plaats en voor de helft geladen.
B
een koele plaats en volledig ontladen.
C
een koele plaats en volledig geladen.
Slide 4 - Quiz
Wat is de autonomie van een batterij?
A
de gebruiksduur tot volgende herlaadbeurt
B
totale tijd tot ze versleten is
C
de duurtijd van een laadbeurt
D
aantal laadbeurten dat een batterij meegaat
Slide 5 - Quiz
Hoe wordt de capaciteit van een batterij uitgedrukt?
A
in GB
B
in Wa
C
in mAh
D
in kWh
Slide 6 - Quiz
Welk van deze maatregelen helpt NIET om schade aan de computer door ESD te voorkomen?
A
Geen magnetische schroevendraaiers
B
Gebruik een ontladingsmat
C
polsbandje
D
Vooraf een geleidende massa vastnemen
Slide 7 - Quiz
Wat is de meest efficiënte manier om elektrocutie te vermijden tijdens pc- montage?
A
De voedingskabel losmaken uit de pc
B
gebruik van een elektrostatische polsband
C
De elektrische spanning op het stroomnet in het gebouw uitschakelen
D
Geen gebruik maken van metalen gereedschappen
Slide 8 - Quiz
Hoe wordt de software genoemd die fabrikanten op ROM-chips van allerlei elektronische apparaten zetten?
A
fileware
B
flashware
C
firmware
D
frameware
Slide 9 - Quiz
Wat is een synoniem voor het upgraden van het BIOS?
A
framen
B
flashen
C
boosten
D
shellen
Slide 10 - Quiz
Een ROM-geheugen kan je in computers enkel op het moederbord aantreffen.
A
De stelling is juist
B
De stelling is onjuist
Slide 11 - Quiz
Je kan vanaf een pc in het netwerk afdrukken naar een gedeelde printer. Maar er is wel een belangrijke voorwaarde. Welke?
A
De printer moet rechtstreeks verbonden zijn met het netwerk
B
De printer moet in de buurt staan van de computer van waarop je wil afdrukken
C
De persoon die aan de computer werkt , moet toestemming geven.
D
De computer waarmee de printer fysiek verbonden is, moet aan staan.
Slide 12 - Quiz
Hoe noem je een printer die via een computer met het netwerk verbonden Is?
A
globale printer
B
gedeelde printer
C
lokale printer
D
netwerkprinter
Slide 13 - Quiz
Wat kan je doen met diensten zoals ePrint, AirPrint of Google Cloud Print?
A
Afdrukken naar eender welke printer op het internet
B
Een printer delen met andere computers in hetzelfde netwerk
C
Afdrukken van een netwerk zonder tussenkomst van een printserver
D
Afdrukken vanuit mobiele apparaten zoals smartphones en tablets
Slide 14 - Quiz
Wat is het grote nadeel van handheld scanners?
A
Het scanresultaat kan vervormd worden als je niet gelijkmatig beweegt
B
Ze zijn verschrikkelijk duur
C
De scanresolutie is veel lager dan bij andere scannertypes
D
Ze kunnen enkel in zwart/wit scannen, niet in kleur
Slide 15 - Quiz
Waarom is het zinloos om scans te maken met een kleurdiepte van meer dan 24 bits?
A
het menselijk oog nooit zoveel verschillende kleur
tinten kan onderscheiden
B
grafische kaarten kunnen geen hogere kleurdieptes verwerken
C
beeldschermen kunnen toch geen hogere kleurdieptes weergeven
D
je met een printer toch geen hogere kleurdieptes kunt afdrukken
Slide 16 - Quiz
De printeenheid van een multifunctional is altijd van het laser-type
A
De stelling is juist
B
De stelling is onjuist
Slide 17 - Quiz
Welke van de onderstaande functies vind je doorgaans NIET op een multifunctional?
A
Een fax
B
Een papierversnipperaar
C
Een printer
D
Een scanner
Slide 18 - Quiz
Wat is redundante stroombeveiliging?
A
Een stroombeveiliging waar twee of meer UPS-systemen aan worden gekoppeld
B
Een UPS die ook datacommunicatielijnen beveiligt
C
Een UPS die beschikt over twee of meer batterijen
D
Een UPS die beschikt over meerdere batterijen en piekbeveiliging
Slide 19 - Quiz
Sommige UPS-systemen kunnen een computersysteem afsluiten wanneer de batterij uitgeput geraakt.
A
Dat is juist
B
Dat is onjuist
Slide 20 - Quiz
Als je slechts een van de onderstaande apparaten zou kunnen beveiligen met een UPS, welke zou dat dan zijn?
A
de wifi-router
B
een netwerkserver
C
je persoonlijke computer
D
een netwerkprinter
Slide 21 - Quiz
De batterijen van een UPS-systeem kunnen doorgaans niet vervangen worden
A
Dat is juist
B
Dat is onjuist
