Historische Vaardigheden - Bronnen V23




Historische Vaardigheden
Bronnen
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon




Historische Vaardigheden
Bronnen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Leerdoel
Aan het eind van deze les ben je in staat om diverse bronnen te kunnen onderscheiden en weet je wat standplaatsgebondenheid is

Slide 3 - Diapositive

Wat zijn bronnen?

Slide 4 - Carte mentale

Geef een voorbeeld van een primaire bron

Slide 5 - Question ouverte


Geef een voorbeeld van een secundaire bron

Slide 6 - Question ouverte

Welke vraag zou je kunnen stellen om te bepalen of een bron betrouwbaar is?

Slide 7 - Question ouverte

Waarom zouden we willen weten of een bron betrouwbaar is?

Slide 8 - Question ouverte

Betrouwbaarheid van bronnen 
Historici maken gebruik van bronnen, maar niet alle bronnen zijn even betrouwbaar en objectief. Het kan zijn dat iemand een bron bewust of onbewust heeft vervalst. Als historicus moet je de waarde van je bronnen dus goed kunnen inschatten

Slide 9 - Diapositive

Standplaatsgebondenheid
Iedereen ziet verhalen vanuit zijn eigen achtergrond en vormt zijn mening vanuit die achtergrond
Stand: Je plek in de samenleving
Plaats: Waar je vandaan komt (plek)
Gebondenheid: Je zit eraan vast
Voorbeeld

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Hoe kijken de volgende personen hiernaar?
Oorlog meegemaakt
Oorlog niet meegemaakt

Slide 12 - Diapositive

(on)betrouwbare bronnen uit de tijd van Columbus
bron: Reisverslag in een dagboek van een schepeling - 1519 
'Wij hebben het drie maanden en twintig dagen zonder enige vorm van vers voedsel moeten stellen. We aten beschuit waar de wormen in krioelden die zich aan het beschuit tegoed hadden gedaan. De beschuit stonk sterk naar de urine van ratten. We dronken geel water, dat al dagenlang bedorven was. We hebben ook ossenhuiden die we aan boord hadden, opgegeten. Ratten gingen voor anderhalve dukaat per stuk van de hand. Het ergste van alle ongelukken was het volgende: het tandvlees zwol zodanig, dat men niets meer kon eten en daardoor stierf... ik werd echter, God zij dank, niet ziek.'

Slide 13 - Diapositive

Is de auteur ooggetuige van de gebeurtenis?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

Heeft de auteur een reden om te overdrijven (mooier of slechter maken) over de gebeurtenis?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

Komt de inhoud van de bron overeen met wat je hebt geleerd?
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quiz

Leefde de auteur in dezelfde tijd als dat de bron geschreven is?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quiz

Het reisverslag is wel/niet betrouwbaar, omdat...

Slide 18 - Question ouverte

Standplaatsgebondenheid
Historici onderzoeken het verleden zo neutraal en objectief mogelijk. Dat is lastig, omdat mensen vroeger anders dachten en deden. Hoe houd je rekening met de achtergrond van mensen in het verleden?

Iedereen heeft een eigen achtergrond die bepaalt hoe je denkt en leeft. Deze achtergrond wordt bepaald door de tijd waarin je geboren bent, je geslacht, je sociale positie, het land waarin je leeft et cetera. Samen heet dit standplaatsgebondenheid.

Slide 19 - Diapositive

Leg uit wat standplaatsgebondenheid betekent

Slide 20 - Question ouverte

Van handel naar kolonisatie
Europese ontdekkingsreizigers kwamen aan op continenten die voor hen onbekend waren. De continenten hadden veel rijkdommen die de Europeanen graag wilden hebben. In eerste instantie dreven de Europeanen handel met de inheemse inwoners. Maar al snel koloniseerden de Europeanen gebieden om hun rijkdom te vergroten.

Slide 21 - Diapositive

Columbus: ontdekkingsreiziger of kolonisator?

Slide 22 - Diapositive

Leg uit waarom Amerikanen de dag vieren dat Columbus in Amerika aankwam.

Slide 23 - Question ouverte

Leg uit waarom de Azteken in 1500 nooit de dag zouden vieren dat Columbus aankwam

Slide 24 - Question ouverte

Schrijf 1 ding op die je deze les hebt geleerd

Slide 25 - Question ouverte

Waar heb je nog een vraag over?

Slide 26 - Question ouverte