Les 6 Examentraining lezen en luisteren

Leesstrategieën
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Leesstrategieën

Slide 1 - Diapositive

Leesstrategieën
  1. Globaal lezen: hoofdzaken uit de tekst halen
  2. Nauwkeurig lezen: de tekst helemaal begrijpen
  3. Zoekend lezen: op zoek naar een specifiek item

Slide 2 - Diapositive

Je wilt een eerste indruk van de tekst opdoen en het onderwerp bepalen.
A
Globaal lezen
B
Zoekend lezen
C
Nauwkeurig lezen

Slide 3 - Quiz

Je moet voor een samenvatting informatie uit een tekst halen.
A
Globaal lezen
B
Zoekend lezen
C
Nauwkeurig lezen

Slide 4 - Quiz

Je wilt weten wanneer de wet in werking is getreden.
A
Globaal lezen
B
Zoekend lezen
C
Nauwkeurig lezen

Slide 5 - Quiz

Tekstdoelen en tekstsoorten

Slide 6 - Diapositive

Welke doelen kan een schrijver
met een tekst hebben?

Slide 7 - Carte mentale

Tekstdoelen
  • informeren
  • overtuigen
  • overhalen/activeren
  • amuseren
  • instrueren/ instructie geven

Slide 8 - Diapositive

Hét moment voor alle fans van Apple en al die overige smartphonegebruikers die op zoek zijn naar het nieuwste van het nieuwste is eindelijk daar! Het Amerikaanse bedrijf heeft weer alles in het werk gesteld om ons te verrassen met strakke designs, opvallende nieuwe features en ontzettend veel kracht. Met de release van de nieuwe iPhone 12, iPhone 12 mini, iPhone 12 Pro en iPhone 12 Pro Max zet Apple de nieuwe standaard voor alles dat mogelijk is.

A
Informeren
B
Overtuigen
C
Overhalen
D
Amuseren

Slide 9 - Quiz

Altijd en overal online. Volgens sommige opvoeders liggen er allerlei gevaren op de loer voor onze Wifi-generatie. Er zijn daarom al scholen die het vak mediawijsheid geven. Er wordt gekeken wat de voor- en nadelen zijn, welke gevaren er op de loer liggen en of verbieden zin heeft.
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Overhalen
D
Amuseren

Slide 10 - Quiz

Welke tekstsoorten ken je?

Slide 11 - Carte mentale

Tekstsoorten
  • column
  • betoog
  • krantenartikel
  • handleiding
  • gebruiksaanwijzing
  • leesboek
  • stripverhaal

Slide 12 - Diapositive

Wat is een voorbeeld van een betogende tekst?
A
Nieuwsbericht
B
Recept
C
Recensie
D
Samenvatting

Slide 13 - Quiz

De montagehandleiding bij een Ikea kastje is een voorbeeld van een:
A
amuserende tekst
B
instructieve tekst
C
betogende tekst
D
informatieve tekst

Slide 14 - Quiz

In een informatieve tekst staan voornamelijk:
A
meningen
B
instructies
C
argumenten
D
feiten

Slide 15 - Quiz

Samengevat
Tekstsoort
Tekstdoel
Voorbeeld
informatieve tekst
informeren
krantenartikel
betogende tekst
overtuigen, mening beïnvloeden
recensie
overhalende/
activerende tekst
aansporen tot actie
folder
amuserende tekst
vermaken
boek, strip

Slide 16 - Diapositive

Hoofdgedachte en onderwerp

Slide 17 - Diapositive

Elke tekst bevat een onderwerp en hoofdgedachte.
Onderwerp
  • Het onderwerp geeft in één woord of in een aantal woorden aan, waar de tekst over gaat
  • Het onderwerp is nooit een hele zin
  • Je kunt het onderwerp vaak al uit de titel halen
  • Vaak wordt het onderwerp letterlijk herhaald in de tekst


Slide 18 - Diapositive

Elke tekst bevat een onderwerp en hoofdgedachte.
Hoofdgedachte
  • De hoofdgedachte van een tekst geeft in één zin de belangrijkste informatie uit de tekst weer
  • Het is dus de kortst mogelijke samenvatting van een tekst
  • Je kunt de hoofdgedachte formuleren door antwoord te geven op de vraag : "Wat zegt de schrijver over het onderwerp?"

Slide 19 - Diapositive

Voorbeeld

Slide 20 - Diapositive

Wat is het onderwerp en wat is de hoofdgedachte?

Slide 21 - Question ouverte

Antwoord voorbeeld
Onderwerp
"Yellow Caps"
Hoofdgedachte
De circa 13.00 fameuze gele taxi's in de Amerikaanse metropool New York worden vervangen

Slide 22 - Diapositive

Wat is het verschil tussen de hoofdgedachte en het onderwerp?

Slide 23 - Question ouverte

Kernzin

Slide 24 - Diapositive

Wat is een kernzin?

Slide 25 - Carte mentale

Kernzin
  • De kernzin is de belangrijkste zin in een alinea
  • De kernzin geeft aan waar een alinea over gaat
  • De kernzin vind je aan het begin of aan het eind van de alinea.
  • De andere zinnen zijn een uitwerking van de kernzin

Slide 26 - Diapositive

Bepaal de kernzin
Je kunt er dieren verzorgen. Je kunt ze voeden, borstelen en hun stal schoonmaken. Maar je kunt er ook veel leren. Meestal is er wel een medewerker die je van alles over de dieren kan vertellen. En bijna altijd staan er speeltoestellen en schommels. Kortom: er is genoeg te beleven op de kinderboerderij. 

Slide 27 - Diapositive

Wat is de kernzin?
A
Je kunt er dieren verzorgen.
B
Kortom: er is genoeg te beleven op de kinderboerderij.
C
Je kunt ze voeden, borstelen en hun stal schoonmaken.
D
Meestal is er wel een medewerker die je van alles over de dieren kan vertellen.

Slide 28 - Quiz

Wat onthoud je na deze les?

Slide 29 - Question ouverte

Wat vond je van de les vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Sondage