Geluid 6.3 geluidssterkte

Geluid hoofdstuk 6



geluidssterkte
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Geluid hoofdstuk 6



geluidssterkte

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat het verband is tussen de amplitude van een trilling en de geluidssterkte.
  • Je kunt de eenheid van geluidssterkte benoemen en je weet met welk toestel je de geluidssterkte meet.
  • Je kunt uitleggen dat de gehoordrempel en de pijngrens afhangen van de frequentie.
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen de dB(A)- en de dB-schaal. (PLUS)

Slide 2 - Diapositive

wat weet je van
geluidsterkte of decibel

Slide 3 - Carte mentale

frequentie is hetzelfde als
A
amplitude
B
trilling
C
toonhoogte
D
trillingstijd

Slide 4 - Quiz

Als de frequentie omlaag gaat gaat de toonhoogte...
A
Omhoog
B
Omlaag
C
Verandert niet

Slide 5 - Quiz

Een mens heeft een groter gehoorbereik dan de vleermuis
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Wat is het gehoorbereik (frequentiebereik) van mensen?
A
200 tot 20.000 Hz
B
20 tot 2.000 Hz
C
200 tot 2.000 Hz
D
20 tot 20.000 Hz

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Vidéo

Hard en zacht geluid
Vandaag gaat het over hoe hard of zacht een geluid klinkt.

Dit heeft niks met hoe laag of hoog een geluid is.

Slide 9 - Diapositive

Geluid hard/zacht (1)
  • Geluiden zijn trillingen van de lucht.
  • Het aantal golven zegt iets hoe hoog het geluid is (bs 2)
  • Hoe hard het geluid is kan je zien aan de hoogte van de de golf
  • Een ander woord voor de hoogte van de golf  = amplitude

Slide 10 - Diapositive

Geluid hard/zacht (2)
  • Sterkte van het geluid (volume) wordt uitgedrukt in decibel.
  • Afgekort als dB

Slide 11 - Diapositive

De amplitude of volume
  • Op dit plaatje zie je wat ze met amplitude bedoelen.

Slide 12 - Diapositive

Hard en zacht
  • Je ziet hier een hard en een zacht geluid.
  • Ze hebben allebeide dezelfde toon.
  • De tweede is zachter.

Slide 13 - Diapositive

Amplitude of volume
Voorbeeldjes van geluid
  • plaatje 1 hoge toon (hard)
  • plaatje 2 lage toon (hard)
  • plaatje 3 lager dan plaatje 1 harder dan de overige
  • plaatje 4 zelfde toon als plaatje 3. Echter veel zachter qua geluid

Slide 14 - Diapositive

Geluid en je oren (1)
  • Hoe harder het geluid des te groter wordt de drukgolf op je trommelvlies.

Slide 15 - Diapositive

Geluid en je oren (2)
  • Hoe harder het geluid des te groter wordt de drukgolf op je trommelvlies.
  • Via je trommelvlies komt het via een 3 tal botjes bij je slakkenhuis

Slide 16 - Diapositive

Het slakkenhuis
  • In het slakkenhuis zitten vloeistof en trilhaartjes
  • de trilhaartjes geven een signaal door naar de hersenen
  • is geluid te hard dan kunnen de trilhaartjes  afbreken (gehoorschade)

Slide 17 - Diapositive

haarcellen (gehoorschade)

Slide 18 - Diapositive

help ik hoor een pieptoon na een feest of optreden
  • trilharen  die afbreken in je slakkenhuis geven na afloop van teveel geluid een pieptoon
  • eenmaal afgebroken is het over en uit voor de afgebroken trilharen
  • soms gaat de pieptoon niet meer weg
  • gehoorschade is blijvend

Slide 19 - Diapositive

geluidsterkte voorbeelden
  • Al het geluid boven de 80dB(A) kan schadelijk zijn
  • de duur dat je dit hoort is daarbij ook belangrijk

Slide 20 - Diapositive

Andre Hazes
  • was doof op 53 jarige leeftijd
  • trad op zonder gehoorbescherming
  • kon door zijn gehoor beschadiging  zijn muzik- anten niet meer volgen

Slide 21 - Diapositive

Geluiden vanaf 80 decibel kunnen leiden tot gehoorschade!

Slide 22 - Diapositive

Gehoordrempel
  • Je kan een geluid pas horen als het boven een bepaalde grens (in decibel) komt
  • dat verschilt per toonhoogte

Slide 23 - Diapositive

Pijngrens
  • Boven een bepaalde niveau gaat geluid pijn doen
  • dit verschilt per
    toonhoogte

Slide 24 - Diapositive

Decibel-meter 

Slide 25 - Diapositive

Decibel meter
Het volume amplitude van geluid drukken we uit in ''Decibel"


10 decibel is heel zacht

100 decibel is heel hard

Slide 26 - Diapositive

Geluidssterkte
Geluidssterkte:
Geluidssterkte meet je met een decibelmeter
                                                in decibel
                            symbool: dB  
Het ene oor is het andere niet ⟹ gevoeligheid van het oor is verschillend.
A-filter: maakt de meter minder gevoelig voor lage en hoge frequenties.
                                                in decibel A-filter
              symbool: dB(A) 
Decibelschaal: waarin de sterkte van geluid wordt weergegeven



Slide 27 - Diapositive

Welke grootheid van het geluid verandert als je harder op een blokfluit blaast?
A
Amplitude
B
Frequentie
C
Trillingstijd
D
Toonhoogte

Slide 28 - Quiz

DECIBEL
zegt iets over:
A
gehoorschade
B
geluidssterkte
C
gehoorapparaat
D
audicien

Slide 29 - Quiz

Vanaf hoeveel decibel heb je kans op gehoorschade?
A
100
B
150
C
80
D
190

Slide 30 - Quiz


Welke van de drie tonen heeft de grootste amplitude?
A
B
C

Slide 31 - Quiz

Amplitude van geluid =
A
Toonhoogte van geluid
B
Hardheid van geluid

Slide 32 - Quiz

frequentie is hetzelfde als
A
amplitude
B
trilling
C
toonhoogte
D
trillingstijd

Slide 33 - Quiz

Hoe noem je de geluidsterkte die je nog net kunt horen?
A
de gehoordrempel
B
de geluidsdrempel
C
de gehoorgrens
D
de geluidsgrens

Slide 34 - Quiz

De gehoordrempel is hetzelfde als de pijngrens.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quiz

Wat is de gehoordrempel
van een geluid van 100hz?
(klik op plaatje voor vergroten)
A
15dB
B
20dB
C
35dB
D
60dB

Slide 36 - Quiz

Wat is de pijngrens
van een geluid van 500hz?
(klik op plaatje voor vergroten)
A
15dB
B
20dB
C
120dB
D
150dB

Slide 37 - Quiz

Onthouden!  
Amplitude geeft aan hoe hard een geluid is  
De eenheid voor geluidsterkte is decibel (dB).  
Geluidsterkte meet je met een decibel-meter.  
De gehoordrempel is de geluidsterkte die je nog net kunt horen. 
De pijngrens is de geluidsterkte die pijn gaat doen aan je oren.

Slide 38 - Diapositive